What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3T - Cursus Spelling - Herhaling leerjaar 2T
Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 36
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 3
This lesson contains
36 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
Slide 1 - Slide
Fijn dat je er bent!
Pak je boek, schrift en een pen.
Log in op deze LessonUp. Leg daarna je iPad plat op tafel.
timer
3:00
Slide 2 - Slide
Dagopening
Slide 3 - Slide
Vandaag
Dagopening
Planning
Mededelingen
Voorlichting vakkenkeuze
Herhaling spelling leerjaar 2
Evaluatie
Slide 4 - Slide
Mededelingen
Cijfers zinsdeelontleding waren fantastisch. (7,9 gemiddeld)
Annelies en Sam moeten deze toets nog inhalen. Wanneer?
Ingeschreven voor Doe-dag Firda op 26 maart? Dit is verplicht vanuit je LOB-opdracht. En moet voor 28-02-2025.
Vrijdag zijn de rapporten uitgedeeld met een advies. Nog vragen daarover?Straks voorlichting vakkenkeuze.
Slide 5 - Slide
Neem de zin over en voeg de ontbrekende hoofdletters + leestekens toe.
mijn moeder vroeg Hoe ging het op school vandaag
Slide 6 - Open question
Neem de zin over en voeg de ontbrekende hoofdletters + leestekens toe.
de martinitoren staat toch echt in groningen niels
Slide 7 - Open question
Noteer het meervoud van het woord:
bikini
Slide 8 - Open question
Je kent de
spelregels
die je een leerjaar 2 geleerd hebt.
Lesdoelen
Slide 9 - Slide
Herhaling
Spelling van:
hoofdletters, leestekens, het bijvoeglijk naamwoord, meervouden & verkleinwoorden.
Slide 10 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 11 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord
Geeft extra info (details) over een zelfstandig naamwoord: de zwarte kat, het grote feest.
Let op,
soms moet je:
een -f- in een -v- veranderen:
lief → lieve; naïef → naïeve;
een -s- in een -z- veranderen:
grijs → grijze; serieus → serieuze;
de laatste letter (medeklinker) verdubbelen:
fris → frisse; glad → gladde;
een a, e, o of u (klinker) weghalen:
traag → trage; zuur → zure.
Slide 12 - Slide
Noteer de juiste vorm
Het ... (marmer) aanrecht.
Slide 13 - Open question
Noteer de juiste vorm
De ... (agressief) reactie.
Slide 14 - Open question
Noteer de juiste vorm
De ... (braaf) hond.
Slide 15 - Open question
Noteer de juiste vorm
Het ... (steen) huis.
Slide 16 - Open question
Noteer de juiste vorm
De ... (slim) opmerking.
Slide 17 - Open question
Noteer de juiste vorm
Het ... (vies) vloerkleed.
Slide 18 - Open question
Meervouden
Slide 19 - Slide
Meervouden
Er zijn verschillende manieren waarop je het meervoud van zelfstandige naamwoorden maakt.
Zet -s achter het woord
Bijvoorbeeld: tafel – tafels; speldje – speldjes; vakantie – vakanties.
Meestal moet de -s aan het woord vast.
Gebruik ’s als je het woord verkeerd uitspreekt:
echo – echo’s; kiwi – kiwi’s; oma – oma’s.
Woorden die eindigen op een -y krijgen ’s:
ijslolly – ijslolly’s.
Zet -en achter het woord
Bijvoorbeeld: lamp – lampen; tand – tanden; boek – boeken.
Soms moet je ook iets anders veranderen.
Bijvoorbeeld: boot – boten; mug – muggen; duif – duiven; kaas – kazen.
Slide 20 - Slide
Noteer het meervoud van:
tomaat
Slide 21 - Open question
Noteer het meervoud van:
laars
Slide 22 - Open question
Noteer het meervoud van:
mango
Slide 23 - Open question
Noteer het meervoud van:
route
Slide 24 - Open question
Noteer het meervoud van:
olijf
Slide 25 - Open question
Verkleinwoorden
Slide 26 - Slide
Verkleinwoorden
Een
verkleinwoord
maak je meestal door het achtervoegsel
-je
achter een zelfstandig naamwoord te plakken:
boek-boek
je
, potlood-potlood
je
Soms moet je ook nog iets anders doen:
broer -> broer
tje
raam -> raam
pje
buiging -> buigin
kje
wandeling -> wandeling
etje
zon -> zon
netje
pizza -> pizza
atje
saté -> sate
etje
baby -> baby
'tje
bikini -> bikini
etje
Slide 27 - Slide
Kies het juiste verkleinwoord
A
woningkje
B
woninkje
C
woningetje
Slide 28 - Quiz
Kies het juiste verkleinwoord
A
colaatje
B
cola'tje
C
colatje
D
cola's
Slide 29 - Quiz
Kies het juiste verkleinwoord
A
lollytje
B
lollietje
C
lollyetje
D
lolly'tje
Slide 30 - Quiz
Noteer het verkleinwoord van:
kano
Slide 31 - Open question
Noteer het verkleinwoord van:
jacuzzi
Slide 32 - Open question
Noteer het verkleinwoord van:
kar
Slide 33 - Open question
Noteer het verkleinwoord van:
dvd
Slide 34 - Open question
Opdrachten maken
1. Ga naar de online methode.
2. Kies Cursus 7: Spelling
3. Kies § 1: herhaling leerjaar 2kgt
4. Maak opdracht 1 t/m 6
Klaar?
Verder lezen uit je leesboek.
Slide 35 - Slide
Exit Ticket
Waar heb jij nog moeite mee?
Hoofdletters & leestekens
Spellen van het bijvoeglijk naamwoord
Spellen van meervouden
Spellen van verkleinwoorden
Ik begrijp alle lesstof
Slide 36 - Poll
More lessons like this
3K/3T - Cursus Spelling - Herhaling leerjaar 2K
23 days ago
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 3
3K - Cursus Spelling - Herhaling leerjaar 2K
23 days ago
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
3K/3T - Cursus Spelling - Herhaling leerjaar 2K
28 days ago
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
2BK - Cursus Spelling - Herhalingsles §1 t/m 7
November 2024
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Zelfstandige naamwoorden
December 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Onderdeel 3: Cursus 7 Spelling Paragraaf 7: Verkleinwoorden (editie 7)
August 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Onderdeel 3: Cursus 7 Spelling Paragraaf 7: Verkleinwoorden (editie 7)
January 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Les 40. Spelling p.6 Meervouden
23 days ago
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1