V6 - les 3- el mejor candidato

Clase de español - V6

Objetivos:
Repasar el I párrafo y el II párrafo de la carta
Saber lo que tienes que escribir en el tercer párrafo sobre el mejor candidato
1 / 13
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Clase de español - V6

Objetivos:
Repasar el I párrafo y el II párrafo de la carta
Saber lo que tienes que escribir en el tercer párrafo sobre el mejor candidato

Slide 1 - Slide

Hoy en clase
La clase anterior
La preparación para hoy
Repasar la carta y la gramática
Empezar a escribir párrafo del mejor candidato
La evaluación
La preparación para el jueves

Slide 2 - Slide

La clase anterior 
Lee estas frases con tu compañero/a de clase y escribe si son verdaderas o mentiras:
1. En el primer párrafo tienes que escribir qué idiomas dominas.
2. En el primer párrafo tienes que escribir la función que te gusta.
3. Cuando dices lo que vas a hacer después de tu examen, usas el futuro
4. Tienes que escribir lo que te gusta hacer, aunque el anuncio es diferente.
timer
3:00

Slide 3 - Slide

REPASAR UN POCO
Mira estas frases y escribe si es verdad (v) o mentira (m)
1. Jouw adres zet je boven het adres van je toekomstige werkgever.
2. De plaats en datum zet je rechts.
3. De maanden schrijf je in hoofdletters.
4. Na de aanhef komt een komma.
5. Als de naam bekend is van de werkgever dan is señor in kleine letter.
timer
2:00

Slide 4 - Open question

La preparación para hoy
Aprender

Vocabulario esp-hol/hol-esp pág. 38 y 39
Toda la gramática (lees alle grammatica door en leer de grammatica die je niet beheerst, gebruik hiervoor je tijd, erg belangrijk dat je de grammatica begrijpt en uit je hoofd weet).(concordancia/hay/ser/estar/imp/indef/fut/con/perf/gerundio/gustar/encantar)
Hacer
texto 1 pág. 52 del reader
Stuur je grammatica presentatie via de mail naar V6.sptl1. (verbeter wel je presentatie als dat gezegd is).










Slide 5 - Slide

Errores en vuestras cartas
1. Ahora soy una studente en el bachillerato (3x).
2. Pero quiero viviré.
3. Me gusta deportes (2x)
4. Quiero reacionar a una vacatura (3x)
5. He leído sus oferta de trabajo.
6. (Soy Juan); he leído su vacante para vendedora.
7. Me gusta jugar el hockey.
8.Después mi examen final.
9. He leido el anuncio publicado..
10. Me mudarse a Valencia.
11. Estoy en el ultimo año.
12. Escribo esta carta, porque quiero reaccionar (3x)
13. Me gustaría presentarme.....En mi año sabático me gustaría adquerir experiencias 
timer
3:00

Slide 6 - Slide

II párrafo un control:
1. een inleidende zin die de eerste alinea met de tweede verbindt (hoe doe je dat meestal?)
2. 3 of meer RELEVANTE informatie over jezelf (wat moet je dan doen om te weten of de informatie relevant is?)
3. Gebruik in deze alinea minstens 1 condicional (mag ook meer, maar dan verschillend)
4. Gebruik in deze alinea minstens 1 futuro (mag ook meer, dan dan verschillend)
*5. een laatste zin die de tweede alinea verbindt met de derde.
timer
2:00

Slide 7 - Slide

el mejor candidato/la mejor candidata
Habla con tu compañero/a de clase sobre qué es lo que tienes que escribir en el siguiente párrafo en holandés.

Daarna ook met elkaar bespreken over hoe je van de ene alinea/onderwerp naar de andere gaat. 
Wat moet je gebruiken? (2x)
timer
2:00

Slide 8 - Slide

Als je vertelt waar je gewerkt hebt en wanneer . . .
A
indefinido
B
imperfecto

Slide 9 - Quiz

Als je uitlegt wat je diverse taken waren bij die baantjes, dus als je vertelt wat je steeds moest doen
A
indefinido
B
imperfecto

Slide 10 - Quiz

Empezar el párrafo - el mejor candidato
1. een inleidende zin of voegwoord waarin je aangeeft de beste kandidaat te zijn. 
2. 1 zin over werkervaring (bijv van een baan die relevant) is waarbij je ook de taken erbij vermeld alles in de verleden tijd gebruik makend van zowel de indefinido als de imperfecto.
3. nog 1 zin met een andere baan die relevant is waarbij je ook hier de taken vermeld alles in de verleden tijd gebruik makend van zowel de indefinido als de imperfecto.
4. een zin met aan het begin een voegwoord waarin je vertelt welke eigenschappen jij hebt die goed staan bij dit baantje en dat moet je uitleggen.
*5. begin een andere zin met een voegwoord en vertel hierin welke talenkennis jij bezit en hoe lang en waarom dat handig is (wordt dat gevraagd in de vacature?).
*6. Nog meer relevantie informatie met nog een voegwoord zorg ervoor dat het past bij een bepaald onderwerp (bijv. werkervaring, eigenschappen, talenkennis/school).

Slide 11 - Slide

La evaluación
Levanta la mano si:
1. si sabes la forma de la carta de solicitud
2. si sabes que tienes que escribir en el primer/segundo párrafo
3. si sabes que tienes que escribir en el tercer párrafo
4. si sabes cómo puedes hacer de los párrafos una unidad

Slide 12 - Slide

La preparación para el jueves
Schrijf in het Nederlands in een worddocument die je naar de mail stuurt van je docent waarom jij de ideale kandidaat bent voor de baan van verkoper decathlon.
Zorg ervoor dat je 3 onderwerpen behandeld, maar steeds in verschillende alinea's met voegwoorden. Houd het simpel
onderwerp 1: je werkervaring (waar heb je gewerkt/hoe heette het, welke taken had je daar)
onderwerp 2: je eigenschappen (welke relevante eigenschappen heb je en leg uit)
onderwerp 3: je vakken op school (welke vakken heb je op school gehad die je kunnen helpen om de beste verkoper te zijn en leg uit)

Leer vocabulario esp-hol/hol-esp pág. 38 y 39
Toda la gramática (lees alle grammatica door en leer de grammatica die je niet beheerst, gebruik hiervoor je tijd, erg belangrijk dat je de grammatica begrijpt en uit je hoofd weet).(concordancia/hay/ser/estar/imp/indef/fut/con/perf/gerundio/gustar/encantar)



Slide 13 - Slide