2.4 Oppervlakte en omtrek cirkel

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Rekenen Hoofdstuk: 2 Meten en meetkunde
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek en schrift op tafel. Open je boek op blz. 70.

§4 oppervlakte en omtrek van een cirkel

Deze les:

• Terugblik
• Instructie
• Opdrachten maken 
• Evalueren hoe de les ging

Terugblik:

De vorige les hebben we het gehad over de omtrek en de oppervlakte van een driehoek

Wat is de oppervlakte van
deze driehoek.
Elk hokje is 1cm.

2. Lesdoel:

Ik weet:

• hoe ik de omtrek van een cirkel bereken
• hoe ik de oppervlakte van een cirkel bereken

3. Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.

Je maakt zelfstandig opdracht 29 t/m 34 op blz. 45 en 46.

Alex en Niels

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Ties, Noah, Shaqell, Niels, Bas

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

- Jara

Mini-check

Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Oppervlakte cirkel = ...

1. straal x 3,14
2. straal x straal x 3,14
3. diameter x 3,14
4. diameter x diameter x 3,14

Wat is de oppervlakte van
deze cirkel?

Omtrek cirkel =

1. pi x straal x straal
2. lengte x breedte
3. π⋅straal​2​​
4. pi x diameter

Wat is de omtrek van
deze cirkel?

Wie maakt wat?

Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht  29 t/m 34 op blz. 45 en 46.

De rest doet mee met de instructie. 

4. Instructie

Een cirkel heeft een middenlijn (= diameter) en een straal.

De straal is altijd de helft van de diameter

De omtrek van een cirkel = 3,14 x diameter

De oppervlakte van een cirkel = 

3,14  x de straal x de straal

Het getal 3,14 noemen we     (pi)

π

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Ties, Noah, Shaqell, Niels, Bas

 jullie gaan zelfstandig opdracht 29 t/m 34 op blz. 45 en 46 maken. 

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? - of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 23.

6. Zelfstandig werken

Je maakt nu zelfstandig opdracht  29 t/m 34 op blz. 45 en 46.

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdracht na.

Daarna ga je in stilte lezen.

Evaluatie:

1. Wat was het lesdoel?
2. Hoe ging het vandaag?
3. Wat is het huiswerk:

Huiswerk:

Maak de paragraaf af voor volgende les.