Oefenen leesvaardigheid

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Aan de slag!

Maak de vragen op de volgende slides.

Aan de slag!

Pak je boek Op Niveau erbij.

Ga naar blz. 203.

Lees tekst 2: Welk dier is het intelligentst?

1. Welke manier van inleiden gebruikt de schrijver?

2. In regel 11 staat een signaalwoord. Schrijf het signaalwoord en het bijbehorende verband op.

3. Schrijf alle delen van het verband op.

4. Hoe worden alinea 3 en 4 met elkaar verbonden?

5. Noteer het woord/ de woorden waar dat uit blijkt.

Aan de slag!

Ga naar blz. 205/206 van je boek Op Niveau.

Lees tekst 3: Dieren en menselijke emoties

1. Op welke manier geeft de schrijver de inleiding vorm?

2. Noteer de kernzin van alinea 2.

4. Welke verbindingsmanier gebruikt de schrijver tussen de tweede en de derde alinea?

5. Noteer de kernzin van alinea 3.

6. Is de volgende zin uit alinea 4 een hoofdzaak of een bijzaak? 'We zijn ons bewust van onze emoties, denken erover na en passen ons gedrag soms aan op basisvan dat gepeins: zegt hij. (r. 25-27)

7. In alinea 5 staat een opsomming. Noteer het woord/de woorden waaruit dat blijkt.

8. Noteer de delen van de opsomming.

9. Welke verbindingsmanier gebruikt de schrijver tussen de vijfde en de zesde alinea?

10. Noteer het woord waar dat uit blijkt.

11. Past de titel goed bij de tekst?

Einde van deze les