Ontdek de Omtrek en Oppervlakte!

Ontdek de Omtrek en Oppervlakte!

Hoofdstuk 11, brugklas hv.

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je:

1. De omtrek en oppervlakte van rechthoekige figuren vinden 

2. Vuistregels gebruiken bij het schatten van afmetingen.

Wat weet je al over omtrek en oppervlakte?

Omtrek en Oppervlakte

De omtrek is de totale lengte rondom een figuur, terwijl de oppervlakte de ruimte binnen de omtrek aangeeft.

Verschil tussen oppervlakte en omtrek

Omtrek:
zijden optellen (langs de randen)


Formule oppervlakte:
                      lengte x breedte

Formules

Voor rechthoekige figuren is de omtrek 2 x lengte + 2 x breedte, en de oppervlakte lengte x breedte.

Vuistregels voor schatten

Wat is de geschatte oppervlakte van een rechthoek met lengte 12 cm en breedte 8 cm?

1. 100 cm²
2. 80 cm²
3. 140 cm²
4. 120 cm²

Hoeveel is de geschatte omtrek van een rechthoek met lengte 17 m en breedte 9 m?

1. 56 m
2. 60 m
3. 48 m
4. 52 m

Wat is de oppervlakte van een rechthoek met lengte 8 m en breedte 4 m?

1. 32 m²
2. 40 m²
3. 36 m²
4. 28 m²

Wat is de omtrek van een rechthoek met lengte 5 cm en breedte 3 cm?

1. 20 cm
2. 18 cm
3. 14 cm
4. 16 cm

Hoeveelheid verf tafelblad :
omtrek of oppervlakte berekenen?

1. Omtrek
2. Oppervlakte

Je plaatst een hek om de tuin. Hebben we hier te maken met de omtrek of oppervlakte?

1. Omtrek
2. Oppervlakte

Wat is de omtrek en
oppervlakte van dit figuur?

1. Omtrek = 16 cm oppervlakte = 9 cm^2
2. Omtrek = 16 cm^2 oppervlakte = 8,5 cm
3. Omtrek = 16 cm oppervlakte = 9
4. Omtrek = 16 cm oppervlakte = 8,5 cm^2

Hoeveel kantenband nodig?
Omtrek of oppervlakte?

1. Oppervlakte
2. Omtrek

Je wilt een grasveld aanleggen in de tuin.
Hebben we hier te maken met de omtrek of oppervlakte?

1. Omtrek
2. Oppervlakte

Eindigen met Energie

Speel een korte interactieve game waarbij de leerlingen de omtrek en oppervlakte van verschillende rechthoekige figuren moeten schatten.

Controleer je Lesdoelen

Wat zijn de formules voor het berekenen van omtrek en oppervlakte van rechthoekige figuren? En hoe kun je vuistregels gebruiken bij het schatten van afmetingen?

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.