Als ik uitleg aan één deel van de klas werkt de andere groep zelfstandig. Je overlegt dus ook niet!
Mavo start nu met H4.1.
Slide 2 - Slide
Wat gaan we doen?
Herhalen 4.1.
Huiswerk nakijken.
Uitleg 4.1 en 4.2
Werken.
Slide 3 - Slide
Waar zijn de mensen op de bron mee bezig?
Is dit een oorzaak of een gevolg van de Industriële revolutie?
Slide 4 - Slide
Nakijken.
Paragraaf H4.1 vraag 1 tm 6
Eén persoon leest de vraag voor.
Heb je iets anders? Steek je vinger op en zeg het, soms is meer dan één antwoord goed.
Zorg ervoor dat je de juiste antwoorden overneemt.
Slide 5 - Slide
Lesdoelen:
Je kan uitleggen waarom we spreken van een Industriële revolutie.
Je kunt uitleggen hoe de werk-en leefomstandigheden van de arbeiders waren.
Je kunt uitleggen wat een klassenmaatschppij is en hoe die verschilt van een standensamenleving.
Slide 6 - Slide
Gevolgen in GB.
Van een agrarische samenleving naar een industriële samenleving. Mensen gingen vooral in fabrieken werken, en niet meer op het land. De massaproductie verving de huisnijverheid.
Er komt een beter netwerk van verbindingen, betere infrastructuur.
De bevolking en de bevolking in de steden groeit hard.
Door het gebruik van steenkool werd het milieu verontreinigd.
Slide 7 - Slide
Werken en wonen.
De steden groeien door de komst van arbeiders. Deze groei heet urbanisatie.
Het leven van arbeiders was zwaar:
Laag loon. Ook vrouwen en kinderen werkten.
Lange dagen. Twaalf uur per dag, zes dagen in de week.
Vieze en lawaaierige fabrieken.
Gevaarlijk werk, vanwege veel onveilige situaties.
Geen mogelijkheid tot protest.
Slide 8 - Slide
Verschil in arm en rijk.
Voor 1800: Standenmaatschappij:
en burgers
Slide 9 - Slide
Opkomst kapitalisme.
Burgers gaan geld verdienen door te ondernemen.
Er zijn weinig regels en wetten voor ondernemers om geld te verdienen door producten te produceren en winst te maken.
Dat systeem heet kapitalisme.
Slide 10 - Slide
Klassenmaatschappij:
Kleine rijke groep ondernemers. Deze bezit het kapitaal.
Geschoolde middenklasse. Kantoorpersoneel en winkeliers.
Arbeidersklasse. Geen eigen bezit. Verdienen geld in fabrieken.
Slide 11 - Slide
Huiswerk
zelfstandig:
H4.1 af en H4.2 vraag 1 tm 6 af.
Slide 12 - Slide
Wat gaan we doen?
Herhalen 4.1
Uitleg 4.1 en 4.2
Slide 13 - Slide
Wat betekent Treaty of Peace?
Wat stond er in dit verdrag?
Waarom was dit voor de Duitsers geen "vredes" verdag?
Slide 14 - Slide
Lesdoel
Je kunt met een voorbeeld uitleggen dat Duitsland een totalitaire samenleving werd.
Je kunt twee voorbeelden noemen waaruit blijkt dat Hitler aanstuurde op een oorlog
Je kunt uitleggen wanneer en hoe de oorlog in Europa begon en hoe de oorlog verliep.
Je kunt uitleggen wanneer en hoe de oorlog in Azië begon en hoe de oorlog verliep.
Slide 15 - Slide
Totalitaire staat.
Nadat Hitler de macht kreeg wordt Duitsland een totalitaire staat.
De staat heeft volledige controle over het leven van inwoners.
Overal zie je Hitler en zijn ideeën.
Jongens en meisjes werden verplicht om naar jeugdorganisaties te gaan.
Slide 16 - Slide
Op weg naar een nieuwe oorlog.
Hitler wil weer een groot Duitsland.
Alle plekken waar ze Duits spreken hoort bij Duitsland.
En de Duitsers hebben levensruimte nodig.
De nieuwe oorlog wordt voorbereid.
Slide 17 - Slide
begin
Hitler wil steeds meer gebied.
Hij wil alle Duitsers in Duitsland.
Levensruimte voor de Duitsers.
Hitler sluit een deal met de Sovjet Unie om elkaar niet aan te vallen.
Op 1 september 1939 valt Duitsland Polen binnen.
Slide 18 - Slide
Duitsland verovert razendsnel West-Europa.
Het lukt niet om Groot Brittannië te veroveren.
Hitler valt in 1941 de Sovjet Unie binnen.
Slide 19 - Slide
Groen = geallieerden Groot Brittannië, Sovjet Unie en de VS