Les 7: tekst 1 + nom/acc

lesdoel (8 juni 2022)
  • Je kunt een Griekse tekst oplezen;
  • Je kunt een Griekse tekst vertalen (omzetten naar correcte Nederlandse zinnen)
  • Je kunt een nominativus en accusativus herkennen en de functies daarvan benoemen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

lesdoel (8 juni 2022)
  • Je kunt een Griekse tekst oplezen;
  • Je kunt een Griekse tekst vertalen (omzetten naar correcte Nederlandse zinnen)
  • Je kunt een nominativus en accusativus herkennen en de functies daarvan benoemen

Slide 1 - Slide

Griekse alfabet: schrijven...

Slide 2 - Slide

Terugblik

Slide 3 - Slide

Wat staat hier (let op de spiritus)?
Ἑρμης
A
Ermès
B
Hermès
C
Epmès
D
Hepmès

Slide 4 - Quiz

Wat staat hier (let op de spiritus)?
ἀνθρωπος
A
anthroopos
B
hanthroopos
C
hanthpoopos
D
anthpoopos

Slide 5 - Quiz

Wat staat hier (let op de spiritus)?
οἰκια
A
hoikia
B
oikai
C
oikia
D
oceaan

Slide 6 - Quiz

Welke god wordt hier bedoeld (let op de spiritus)?
Αἱδης
A
Aidès
B
Haides
C
Iades
D
Hades

Slide 7 - Quiz

Welke god of godin had een hekel aan Herakles?
A
Hades
B
Hera
C
Hermes
D
Athena

Slide 8 - Quiz

In dienst van welke koning moest Herakles 12 opdrachten uitvoeren?
A
Pelops
B
Agamemnon
C
Tantalos
D
Eurystheus

Slide 9 - Quiz

Spiritus lenis (ἀ) en asper (ἁ) (blz. 20)
  • Elk Grieks woord dat begint met een klinker of tweeklank (of rho...) krijgt een SPIRITUS op die klinker of tweeklank;
  • Spiritus geeft aan wel of niet een 'h' aan begin van het woord
  • Spiritus lenis = zachte ademhaling = geen h = ἀ =  a
  • Spiritus asper = ruwe ademhaling = wel h = ἁ = ha
  • Bij tweeklanken komt spiritus op tweede letter: αἱ, εὐ
  • Maak opdracht 28 blz. 21

Slide 10 - Slide

Lees blz 42 t/m 45
  • Wie zijn de ouders van Herakles?
  • Waarom heeft Hera een hekel aan Herakles?
  • Op welke twee manieren neemt Hera wraak op Herakles?
  • Waarom moet Herakles in dienst treden van koning Eurystheus EN wat moet hij voor deze koning doen?
  • Probeer tekst 1 (blz. 45) in het Grieks op te lezen. 

Slide 11 - Slide

Vertaal tekst 1, blz. 45
  • Herakles is niet een mens/ is geen mens.
  • Goden zijn niet/geen mensen, 
  • maar Herakles is niet een god/ geen god.
  • Herakles is een held (halfgod).
  • Eurystheus stuurt de zoon van Zeus naar Nemea.
  • De streek heeft angst/ is bang;
  • want daar woont een leeuw in een grot.
  • Het dier verwoest altijd het land
  • en zo maakt hij de mensen en de kinderen bang.
  • Dus is het voor Herakles de taak om het dier te doden.
  • De held heeft geen angst.

Slide 12 - Slide

Huh???
  • In r1 zie je ἀνθρωπος, maar in r2 ἀνθρωποι. Iets vergelijkbaars zie je in r2 met θεοι en in r3 θεος. Waarom zou het nu eens ος en dan weer οι zijn? 
  • Van ἀνθρωπος zien we in r8 de vorm τοὺς ἀνθρωπους: waarom zou daar nou weer een andere vorm zijn gebruikt? 
  • Kun je ook uitleggen waarom in r6 ἡ χώρα staat, maar in r7 την χωραν?

Slide 13 - Slide

Getal en Naamvallen (blz. 39-40)
  • Een zelfstandig naamwoord kan veranderen van vorm:
  • Bijvoorbeeld van enkelvoud naar meervoud (= getal)
  • Maar ook van naamval om aan te geven welke functie het woord in de zin heeft:
  • nominativus = onderwerp
  • accusativus = lijdend voorwerp
  • Maak opdracht 51 blz. 41 (vorm a, b en d)

Slide 14 - Slide

Opdracht 51 blz. 41
nom
acc
nom mv
acc mv

Slide 15 - Slide

Opdracht 51 blz. 41
nom
το δωρον
ἡ λυπη
ὁ θεος
acc
το δωρον
την λυπην
τον θεον
nom mv
τα δωρα
αἱ λυπαι
οἱ θεοι
acc mv
τα δωρα
τας λυπας
τους θεους

Slide 16 - Slide

je kunt nu:
  • Je kunt een Griekse tekst oplezen;
  • Je kunt een Griekse tekst vertalen (omzetten naar correcte Nederlandse zinnen)
  • Je kunt een nominativus en accusativus herkennen en de functies daarvan benoemen

Slide 17 - Slide

Wat vond je van deze les Grieks?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll