Les 6: spiritus + tekst 1

lesdoel (1 juni 2022)
  • Je kunt de spiritus herkennen, correct plaatsen en omzetten naar Nederlandse klank
  • Je kunt een Griekse tekst oplezen;
  • Je kunt een Griekse tekst vertalen (omzetten naar correcte Nederlandse zinnen)
1 / 10
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

lesdoel (1 juni 2022)
  • Je kunt de spiritus herkennen, correct plaatsen en omzetten naar Nederlandse klank
  • Je kunt een Griekse tekst oplezen;
  • Je kunt een Griekse tekst vertalen (omzetten naar correcte Nederlandse zinnen)

Slide 1 - Slide

Griekse alfabet: schrijven...

Slide 2 - Slide

Tweeklanken (blz. 18)
  • Wat waren tweeklanken ook al weer???
  • Tweeklanken zijn combinaties van 2 klinkers die samen uitgesproken worden als één klank
  • Denk aan het Nederlandse: ai, ei, oe, au, eu
  • In het Grieks gaat het altijd om een combinatie van een klinker met daarachter een iota of een upsilon
  • αι = ai        ει = ei       οι = oi       υι = ui
  • αυ = au    ευ = ui (!!!)                  ου = oe (!!!)
  • Maak opdracht 25, 26 en 27 (blz. 19) voor vorm a t/m d

Slide 3 - Slide

Tweeklanken deel 2 (blz. 18)
  • Combinaties van een lange α, een η of ω met een iota --> iota subscriptum
  • ai =αι                 aai = ᾳ
  • ei = ει                 èi  = ῃ
  • oi = οι                ooi  = ῳ 
  • Bij hoofdletters komt de iota er gewoon achter, dus Αι, Ηι, Ωι
  • Maak opdracht 25, 26 en 27 (blz. 19) voor vorm e t/m j

Slide 4 - Slide

Spiritus lenis (ἀ) en asper (ἁ) (blz. 20)
  • Elk Grieks woord dat begint met een klinker of tweeklank (of rho...) krijgt een SPIRITUS op die klinker of tweeklank;
  • Spiritus geeft aan wel of niet een 'h' aan begin van het woord
  • Spiritus lenis = zachte ademhaling = geen h = ἀ =  a
  • Spiritus asper = ruwe ademhaling = wel h = ἁ = ha
  • Bij tweeklanken komt spiritus op tweede letter: αἱ, εὐ
  • Maak opdracht 28 blz. 21

Slide 5 - Slide

Opdracht 28: blz. 21
  1. ἠχω                             èchoo                   = echo
  2. ἁρμονια                    harmonia             = harmonie
  3. ὠκεανος                   ookeanos             = oceaan
  4. ὑακινθος                   huakinthos         = hyacint
  5. οἰκονομια                 oikonomia           = economie
  6. ὑποθηκη                   hupothèkè           = hypotheek
  7. εὑρηκα                      heurèka                 = eureka!
  8. ῥευμα                        reuma                     = reuma
  9. ἱστορια                      historia                  = historie
  10. αἰθηρ                        aithèr                       = ether


Slide 6 - Slide

Lees blz 42 t/m 45
  • Wie zijn de ouders van Herakles?
  • Waarom heeft Hera een hekel aan Herakles?
  • Op welke twee manieren neemt Hera wraak op Herakles?
  • Waarom moet Herakles in dienst treden van koning Eurystheus EN wat moet hij voor deze koning doen?
  • Probeer tekst 1 (blz. 45) in het Grieks op te lezen. 

Slide 7 - Slide

Vertaal tekst 1, blz. 45
  • Herakles is niet een mens/ is geen mens.
  • Goden zijn niet/geen mensen, 
  • maar Herakles is niet een god/ geen god.
  • Herakles is een held (halfgod).
  • Eurystheus stuurt de zoon van Zeus naar Nemea.
  • De streek heeft angst/ is bang;
  • want daar woont een leeuw in een grot.
  • Het dier verwoest altijd het land
  • en zo maakt hij de mensen en de kinderen bang.

Slide 8 - Slide

je kunt nu:
  • Je kunt de spiritus herkennen, correct plaatsen en omzetten naar Nederlandse klank
  • Je kunt een Griekse tekst oplezen;
  • Je kunt een Griekse tekst vertalen (omzetten naar correcte Nederlandse zinnen)

Slide 9 - Slide

Wat vond je van deze les Grieks?
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll