Werkwoordspelling

THV2A
Spelling
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

THV2A
Spelling

Slide 1 - Slide

Doelstelling
Aan het einde van deze les kun je de volgende vragen beantwoorden:
- Wat is het verschil tussen de ik-vorm en de stam?
- Hoe vervoeg je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd? 
- Hoe vervoeg je de persoonsvorm in de verleden tijd? 
- Hoe vervoeg je de voltooid deelwoorden?
- Hoe vervoeg je Engelse werkwoorden?
- Hoe vervoeg je werkwoorden tot bijvoeglijk naamwoorden?
- Hoe vervoeg je de gebiedende wijs?
- Je kunt de regels voor meervouden van woorden benoemen en gebruiken

Slide 2 - Slide

Opdracht: regels (10 minuten)
Ieder groepje krijgt een onderwerp van werkwoordspelling.
Schrijf de regel op die bij je onderwerp hoort en geef minimaal drie verschillende voorbeelden. 

Slide 3 - Slide

Opdracht (10 minuten)
Ieder groepje krijgt een onderwerp van werkwoordspelling.
Schrijf de regel op die bij je onderwerp hoort en geef minimaal drie verschillende voorbeelden. 

1) Hoe vind je de persoonsvorm in een zin? (drie manieren!)
2) Hoe vervoeg je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd? 
3) Hoe vervoeg je de persoonsvorm in de verleden tijd? 
4) Hoe vervoeg je de voltooid deelwoorden?
5) Hoe vervoeg je Engelse werkwoorden?
6) Hoe vervoeg je werkwoorden tot bijvoeglijk naamwoorden?
7) Hoe vervoeg je de gebiedende wijs?

timer
10:00

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Opdracht (15 minuten)
Kies de opdracht waar je mee wil oefenen:

- Spelling blok 3 opdracht 1, 2
- Cambiumned.nl opdrachten werkwoordspelling naar keuze
- Bijspijkeren Op Niveau opdrachten werkwoordspelling naar keuze

timer
15:00

Slide 6 - Slide

Woordspelling
- Spelling van meervouden (8 regels)
- Een -n bij het meervoud of niet?
       - Wat zijn de regels? 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Opdracht (20 minuten)
Maak zelf een opdracht bij de regels voor woordspelling (in Op Niveau spelling blok 3).
- Spelling blok 3 opdracht 2, 3, 4, 5
- Minimaal 20 vragen die je in een toets 
zou verwachten
- Een kahoot met minimaal 20 vragen
- Een creatieve opdracht (woordzoeker, kruiswoord, invulopdracht, etc.)
timer
20:00

Slide 12 - Slide

Afsluiten
Je kunt nu antwoord geven op de volgende vragen: 
- Wat is het verschil tussen de ik-vorm en de stam?
- Hoe vervoeg je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd? 
- Hoe vervoeg je de persoonsvorm in de verleden tijd? 
- Hoe vervoeg je de voltooid deelwoorden?
- Hoe vervoeg je Engelse werkwoorden?
- Hoe vervoeg je werkwoorden tot bijvoeglijk naamwoorden?
- Hoe vervoeg je de gebiedende wijs?
- Je kunt de regels voor meervouden van woorden benoemen en gebruiken

Slide 13 - Slide