H6.5 gelijkvormige driehoeken

H6.5 gelijkvormige driehoeken
Pak je rekenmachine erbij en open lesson up.
1. Herhaling
2. Uitleg deel 1 met oefenvraag
3. Uitleg deel 2 met oefenvraag
4. Aan de slag
1 / 14
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H6.5 gelijkvormige driehoeken
Pak je rekenmachine erbij en open lesson up.
1. Herhaling
2. Uitleg deel 1 met oefenvraag
3. Uitleg deel 2 met oefenvraag
4. Aan de slag

Slide 1 - Slide


De schaal van het model van de motor is 1:18.

Wat betekent de schaal?
A
1 cm in het model is 18 cm in het echt
B
1 cm in het echt is 18 cm in het model
C
1 cm in het model is 1,8 cm in het echt
D
1 cm in het model is 18 m in het echt

Slide 2 - Quiz

Het model is 75 cm hoog
De schaal is 1:24

Hoeveel meter is het model in werkelijkheid?

A
1,8 meter
B
18 meter
C
180 meter
D
1800 meter

Slide 3 - Quiz

Nieuwe stof
Doe je chromebook/laptop dicht

Slide 4 - Slide

Gelijkvormigheid
Gelijkvormigheid betekend 'dezelfde vorm'
Het figuur wordt vergroot of verkleint.
~
ΔABC
ΔDEF
Door de symbolen
weet je welke hoeken bij elkaar horen

Slide 5 - Slide

Zijn driehoek ABC en driehoek EFD gelijkvormig?
A
Ja, ze zijn gelijkvormig
B
Nee, ze zijn niet gelijkvormig

Slide 6 - Quiz

De tekening bestaat uit 2
gelijkvormige driehoeken.

Wat is de overeenkomstige
hoek van ∠A?
A
∠C
B
∠B
C
∠D
D
∠E

Slide 7 - Quiz

Uitleg deel 2
Bij deze driehoek zie ik welke 
hoeken bij elkaar horen. 
Dus krijg je 


Met deze kennis zie je ook welke lijnen hetzelfde zijn. 
LM - RP                MK - PQ                  LK - RQ
Dit zie je aan de volgorde van de letters en de symbolen in de driehoek
ΔLMK
~
ΔRPQ

Slide 8 - Slide

Dit kan je nu in een mooi tabel zetten


ΔLMK
~
ΔRPQ
LM
MK
LK
RP
PQ
RQ
ΔLMK
ΔRPQ

Slide 9 - Slide

Waarom nou dat tabel?
Voorbeeld opgave: Bereken de lengte van BC en QR
AB= 40
BC= ?
AC = 30
QR= ?
RP = 25
QP = 15
ΔABC
ΔQRP

Slide 10 - Slide




Door AC en QP te gebruiken weet ik nu de vergrotingsfactor.
Namelijk x2 en :2


AB= 40
BC= ?
AC = 30
QR= ?
RP = 25
QP = 15
ΔABC
ΔQRP
x2
:2

Slide 11 - Slide


AB= 40
BC= ?
AC = 30
QR= ?
RP = 25
QP = 15
ΔABC
ΔQRP
x2
x2
:2

Slide 12 - Open question

Ik kan aan de slag met de stof over gelijkvormige driehoeken
Ja
Nee, ik heb nog wat uitleg nodig.
Nog niet helemaal, maar kan zelfstandig oefenen

Slide 13 - Poll

Maken
blz 83 t/m 86

Slide 14 - Slide