facilitaire dienst hfst 1-3

facilitaire dienst hfst 1-3
3 basis, mei 2023
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

facilitaire dienst hfst 1-3
3 basis, mei 2023

Slide 1 - Slide

Wat is het primaire proces in een bedrijf
A
is de belangrijkste activiteit in een bedrijf
B
Is het minst belangrijke in een bedrijf
C
Is het meeste leuke in een bedrijf
D
Is het moeilijkste werk in een bedrijf

Slide 2 - Quiz

In een verpleegtehuis is het zorgen voor ouderen en zieken een primair proces
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

secundaire processen zijn alle dingen om het primaire proces goed te laten verlopen. Een voorbeeld is
A
een tillift
B
het verzorgen van zieke mensen
C
ehbo verlenen
D
temperatuur opnemen bij een ziek iemand

Slide 4 - Quiz

Wat is een secundair proces in een school?
A
de schoonmaak van school
B
de engelse lessen
C
de mentorlessen
D
extra les voor een vak

Slide 5 - Quiz

Wat is een voorbeeld van mensen die helpen bij secundaire processen in een school
A
engels docent
B
de mentorcoach
C
kantinemedewerkers
D
de biologie docent

Slide 6 - Quiz

Hoe noemen we iemand die de leiding heeft over alle ondersteunende afdelingen?
A
facilitair assistent
B
facilitair deskundige
C
facilitair onderzoeker
D
facilitair manager

Slide 7 - Quiz

Wat hoort niet bij een beroepshouding in de zorg met ouderen?
A
geduldig zijn
B
belangstelling tonen
C
duidelijk en streng zijn, ze moeten luisteren
D
empatisch zijn

Slide 8 - Quiz

Wat betekent: je bent het visitekaartje van het bedrijf?
A
dat je familie bent van de eigenaar van het bedrijf
B
dat je er verzorgd en netjes uitziet
C
dat je alles alleen doet op het werk
D
dat jij alleen contact hebt met de klanten

Slide 9 - Quiz

Wat is klantvriendelijk handelen?
A
jij bepaalt wat de klant wil voor een behandeling
B
jij zeg: ik heb nu even geen tijd.
C
jij zegt: belt u maar terug, het komt niet uit
D
vragen of alles naar wens is

Slide 10 - Quiz

Waarom moet je soms een uniform aan op het werk?
A
blijven jouw eigen kleren schoon
B
ben je herkenbaar
C
om reclame te maken met een groot logo
D
is goedkoper voor de mensen

Slide 11 - Quiz

Wat betekent het als je representatief bent zijn op het werk?
A
dat je heel hard werkt
B
dat je niet voor 5 uur stopt met werken
C
dat je altijd jouw eigen stijl kleiding mag aantrekken
D
dat je schone kleding aan hebt

Slide 12 - Quiz

Wat valt onder representatief er uit zien
A
je draagt geen zonnebril
B
je hebt een spijkerbroek aan met grote gaten
C
je hebt een pet op
D
je hebt een kroptop aan

Slide 13 - Quiz

Wat is feedback geven?
A
samen een project aanpassen
B
dat je zegt aan iemand hoe hij iets gedaan heeft
C
iemand zeggen wat hij allemaal fout heeft gedaan
D
iemand zeggen dat iets over moet

Slide 14 - Quiz

Wat is een gesloten vraag?
A
Wat heb je vandaag gedaan?
B
Wat heb je gedaan op vakantie?
C
Was je laat thuis vandaag?
D
Hoe was jouw verjaardag gisteren?

Slide 15 - Quiz

Wat hoort bij actief luisteren?
A
alleen een beetje glimlachen
B
een vraag terug stellen
C
een klein knikje geven
D
je denkt niet mee terwijl je luistert

Slide 16 - Quiz

Wat is een draaiboek?
A
daar staat alles in beschreven van de activiteit
B
een dagboek
C
een verslag van een activiteit
D
de bijbel

Slide 17 - Quiz

Wat betekent een blok opstelling in een vergaderruimte?
A
de tafels staan in een U-vorm
B
de tafels staan achter elkaar in een rij
C
er is 1 grote tafel met alle stoelen er omheen
D
alle tafels zijn weg, de stoelen staan in een kring

Slide 18 - Quiz

Wat betekent catering?
A
de tafel mooi dekken
B
het verzorgen van eten en drinken aan een groep
C
koffie zetten
D
je maakt alle hapjes zelf

Slide 19 - Quiz

Waarom maak je een draaiboek?
A
zodat je niets vergeet en iedereen weet wat hij moet doen
B
voor de baas
C
omdat je tijd over hebt
D
dat bespaart geld

Slide 20 - Quiz

Wat is decoratie?
A
de apparatuur
B
de kleur van de muur
C
een versiering, zoals een bloemetje
D
hoeveel koffie en thee er is

Slide 21 - Quiz