This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
4 Woordbetekenis raden
Slide 1 - Slide
Waar denk je aan bij het woord woordraadstrategie?
Slide 2 - Open question
Hoe vind je een woordbetekenis?
In het woord zelf
Context van het woord (omgeving van het woord)
Woordenboek
Slide 3 - Slide
Woordbetekenis vinden
- Synoniem: een ander woord met dezelfde betekenis * muur- wand
- Omschrijving - Voorbeeld - Tegenstelling: groot-klein, zwart-wit, constant- af en toe
Slide 4 - Slide
Trucjes om toch de betekenis van een onbekend woord te begrijpen!
Slide 5 - Slide
Luister naar het filmpje en zoek de 5 trucjes om een woordbetekenis te vinden.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
De vijf woordraadstrategiën
Zoek naar een synoniem
Omschrijving van het woord
Voorbeeld
Tegenstelling
Bekend woorddeel
Slide 8 - Slide
Beeldspraak
Slide 9 - Slide
Wat is beeldspraak?
Slide 10 - Slide
Beeldspraak
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Beeldspraak is altijd figuurlijk.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 13 - Quiz
Wat een sluwe vos.
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor
D
Beeldspraak
Slide 14 - Quiz
Welke vorm van beeldspraak herken je? De samenleving is ziek.
A
metafoor
B
metonymia
C
vergelijking
D
synesthesie
Slide 15 - Quiz
De maan bespiedde ons vanuit de hemel.
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor
D
Beeldspraak
Slide 16 - Quiz
Welke vorm van beeldspraak herken je? De samenleving is ziek.
A
metafoor
B
metonymia
C
vergelijking
D
synesthesie
Slide 17 - Quiz
8. Wat is geen vorm van beeldspraak?
A
metafoor
B
understatement
C
personificatie
D
synesthesie
Slide 18 - Quiz
'De wind huilt door de bomen.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking
D
-
Slide 19 - Quiz
Beeldspraak: Die droge tuin snakt naar een sproeibeurt.
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor
Slide 20 - Quiz
Welke strategie wordt hier gebruikt? Als je op jezelf woont, krijg je te maken met allerlei instanties, zoals verzekeringsmaatschappijen, banken en scholen.
A
synoniem
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
omschrijving
Slide 21 - Quiz
Vandaag heb ik amper tijd om boodschappen te doen, terwijl ik gisteren tijd over had.
A
tegenstelling
B
bekend woorddeel
C
omschrijving
Slide 22 - Quiz
Laaghangend fruit, stippen op de horizon zijn voorbeelden van..
A
beeldspraak
B
meningen
C
taalfouten
D
vergadertaal
Slide 23 - Quiz
'Mijn hart zei me het voorstel te accepteren.' Deze vorm van beeldspraak heet:
A
Metafoor
B
Personificatie
C
Synesthesie
D
Vergelijking
Slide 24 - Quiz
Wat vond je goed aandeze les?
Slide 25 - Open question
Wat vond je minder goed aan deze les?
Slide 26 - Open question
Wat is het belangrijkste of verrassendste wat je deze les hebt geleerd?