Het triple-E model (Kolb, 2017) bestaat uit drie componenten:
ENGAGEMENT
ENHANCEMENT
EXTENSION.
Vrij vertaald : verbinden, verbeteren, verbreden.
In deze infographic is het model weergegeven als een cyclus ten behoeve van lesontwerp, waarbij het leerdoel altijd de start is bij het bedenken van een authentieke opdracht. Bij de keuze van de tool stelt de docent zichzelf vragen ten aanzien van dit verbinden, verbeteren en verbreden. Bijvoorbeeld….(kies iets uit de voorbeelden onderaan deze uitleg of benoem de vragen in de blokjes ‘keuze van de tool’, ‘instructie’, ‘samen leren’, ‘monitoring’etc.)
Het sociaal leren komt in deze cyclus nadrukkelijk naar voren, zodat je als docent een tool kiest die ruimte biedt aan ‘peer-response’of ‘peer-feedback’ als onderdeel van het leerproces. De vervolgstap is dan de reflectie op die feedback, waardoor er nieuwe leerdoelen kunnen ontstaan.
Voorbeelden van vragen die je jezelf kunt stellen bij de keuze van een tool aan je lessen zijn bijvoorbeeld:
Engagement:
Helpt de technologie leerlingen te focussen op de leerdoelen?
Draagt de technologie bij aan de verschuiving van passieve naar actieve leerlingen?
Motiveert technologie leerlingen om aan een taak te beginnen?
Enhancement
Helpt de technologie bij het ontwikkelen of demonstreren van een verfijnd begrip?
Creëert de technologie ‘scaffolds’ om concepten of ideeën beter te begrijpen?
Creëert de technologie kansen voor leerlingen om hun begrip van leerdoelen te demonstreren op een manier die ze met traditionele hulpmiddelen niet zouden kunnen?
Extension
Creëert technologie mogelijkheden voor leerlingen om te leren buiten hun typische schooldag om?
Creëert technologie een brug tussen het leren op school en de ervaringen in het dagelijks leven?
Stelt de technologie de leerlingen in staat om vaardigheden op te bouwen die ze in hun dagelijks leven kunnen gebruiken?