Onderwerp= Wie/wat + w.w.g. ?
- Niemand had het zien aankomen.
Wie/wat had zien aankomen? > Niemand.
2. Myrthe leert via social media een leuke jongen kennen.
Wie/wat leert kennen? > Myrthe.
3. Drones zijn interessant en niet moeilijk te bouwen.
Wie/wat zijn te bouwen? > Drones.