les 2 par 1 + start par 2

Economie
maandag 15 januari 2024
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Economie
maandag 15 januari 2024

Slide 1 - Slide

Lesplanning
Aan het eind van de les
- zijn de onderwerpen van de vorige les duidelijk.
--> Weet je het verschil tussen export en import zowel bij goederen als bij diensten
- Weet je wat vrijhandel inhoudt en wat dit betekent voor de handel
- begrijp je hoe een land met subsidie de export kan beïnvloeden en met invoerrechten de import
- kan je uitleggen wat welvaart is en hoe externe effecten de welvaart kunnen beïnvloeden. 

Slide 2 - Slide

Een Nederlands bedrijf verzorgt het transport voor een Amerikaans bedrijf. Dit is voor Nederland
A
Export van een goed
B
Import van een goed
C
Export van een dienst
D
Import van een dienst

Slide 3 - Quiz

Een Franse toerist koopt kaas in Nederland en neemt dit na zijn reis mee naar huis. Dit is voor Nederland
A
Export van goederen
B
Import van Goederen
C
Export van diensten
D
Import van diensten

Slide 4 - Quiz

Phillips koopt de microchips voor de door hen geproduceerde televisies in China. Dit is voor Nederland
A
Export van goederen
B
Import van goederen
C
Export van diensten
D
Import van diensten

Slide 5 - Quiz

Noem een voordeel van het kunnen importeren van goederen/diensten

Slide 6 - Open question

Vrijhandel
Vorige les start gemaakt met EU, personen mogen vrij de grens over, maar ook goederen
- overheden mogen de export en import binnen de EU niet beinvloeden met: 
  --> subsidies
  --> invoerrechten

Slide 7 - Slide

Invoerrechten
Een vorm van belasting dat gevraagd wordt op producten die van buiten het eigen land komen. Hierdoor worden de geïmporteerde producten dus duurder. Hiermee bescherm je je eigen markt tegen producten van buitenaf.

Binnen de EU mag dit dus NIET!

Slide 8 - Slide

Subsidie
Bedrijven die produceren voor de buitenlandse markt krijgen een geldbedrag (subsidie) van de overheid. Hiermee verdienen ze een deel van de kosten al terug waardoor de verkoopprijs naar beneden kan.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Wat is welvaart?

Slide 11 - Slide

  • Welvaart in enge zin
  • Welvaart in ruime zin

Slide 12 - Slide

Welvaart
  • Behoeften zijn altijd groter dan de middelen
  • Als mensen meer schaarse goederen kunnen kopen stijgt de welvaart ↑

Slide 13 - Slide

Externe effecten
  • Niet het doel van de productie
  • komt niet in de prijs van het product tot uitdrukking.
    Bij negatieve externe effecten zijn de kosten voor de maatschappij en niet voor de veroorzaker.
    Bij positieve externe effecten zijn de opbrengsten voor de maatschappij en niet voor de veroorzaker.

Slide 14 - Slide

Soorten externe effecten
  • Positief extern effect
  • Negatief extern effect

Wat gebeurd er met de welvaart?

Slide 15 - Slide

Negatieve effecten
  • Zwerfvuil
  • Luchtverontreiniging
  • Geluidsoverlast
    --> de prijs van het product is eigenlijk te laag. 

Slide 16 - Slide

Externe effecten?

Slide 17 - Slide

Aan de slag
vragen over gemaakte huiswerk?
aan de slag met nieuwe huiswerk

Slide 18 - Slide