This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
M3 H3 Overheid
Slide 1 - Slide
Vrijemarktwerking
De prijs ontstaat door vraag en aanbod
Slide 2 - Slide
Marktfalen
De prijs die door vraag en aanbod ontstaat, is te laag of te hoog.
'De markt faalt' => noemen we: marktfalen
Prijs te laag => overheid wil afremmen
Prijs te hoog => overheid wil stimuleren
Overheid grijpt soms in => geen vrijemarktwerking meer.
Slide 3 - Slide
Externe effecten
De productie/verkoop van een goed heeft gevolgen (effecten) voor anderen dan de koper en verkoper (extern), vaak: gevolgen voor de samenleving.
Die gevolgen zitten niet in de prijs van het goed.
Slide 4 - Slide
Negatieve externe effecten
Negatieve externe effecten: kosten voor de samenleving zijn niet meegenomen.Anders zou de prijs hoger zijn.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Positieve externe effecten
Positieve externe effecten: opbrengsten voor de samenleving zijn niet meegenomen. Anders zou de betalingsbereidheid hoger zijn, waardoor er een hogere vraag zou ontstaan. De samenleving zou een hogere prijs voor dit product over hebben.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Waar denk je aan bij 'de overheid'?
Slide 9 - Mind map
Overheidsingrijpen - 3 manieren
Belastingen en subsidies
Prijsregulering
Wetten en regels
Slide 10 - Slide
Prijsregulering
De overheid stelt minimumprijzen of maximumprijzen vast.
Minimumprijs, voorbeeld: vaste boekenprijs
In de vrije markt wordt de prijs van boeken te laag => schrijvers verdienen niets.
Maximumprijs, voorbeeld: sociale huurwoningen
In de vrije markt wordt de prijs van sociale huurwoningen te hoog => mensen met lager inkomen kunnen niet wonen
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Overheidsingrijpen - 3 manieren
Belastingen en subsidies
Prijsregulering
Wetten en regels
Slide 13 - Slide
Belastingen en subsidies
Belastingen, voorbeeld: accijns op benzine
Belastingen werken dan als een kostenverhoging
De aanbodlijn verschuift naar links: bij dezelfde prijs wordt nu minder aangeboden (want de producenten moeten van die prijs nu ook nog de accijns betalen)
Evenwichtsprijs gaat omhoog
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Belastingen en subsidies
Subsidies, voorbeeld: subsidie op zonnepanelen
Subsidies aan producenten werken als een kostenverlaging
De aanbodlijn verschuift naar rechts: bij dezelfde prijs wordt nu meer aangeboden (want een deel van de kosten van producenten wordt door de overheid betaald)
Evenwichtsprijs gaat omlaag.
Slide 16 - Slide
Subsidie voor producent van € 75
Slide 17 - Slide
Belastingen en subsidies
Subsidies, voorbeeld: subsidie op zonnepanelen
Subsidie kan ook aan consumenten gegeven worden. Dat werkt dan als een prijsverlaging
De vraaglijn verschuift dan naar rechts: bij dezelfde prijs is er meer vraag (want een deel van de prijs van consumenten wordt door de overheid betaald)
Evenwichtsprijs gaat omhoog
Slide 18 - Slide
Subsidie voor consument van € 150
Slide 19 - Slide
Wat zie je in de grafiek?
A
Minimumprijs
B
Maximumprijs
Slide 20 - Quiz
Overheidsingrijpen - 3 manieren
Belastingen en subsidies
Prijsregulering
Wetten en regels
Slide 21 - Slide
Wet- en regelgeving
De overheid maakt wetten die ingrijpen in de vrije markt.
Voorbeeld: wetten tegen kartelvorming => bedrijven mogen met elkaar geen prijsafspraken maken om de prijs hoog te houden.
Mededingingswet.
Slide 22 - Slide
Overheid
Ingrijpen in de vrijemarktwerking
Belastingen en subsidies
Prijsregulering
Wetten en regels
Zelf investeren in 'producten' die belangrijk zijn voor iedereen
Collectieve goederen
Slide 23 - Slide
Voorbeelden van collectieve goederen?
Slide 24 - Mind map
Collectieve goederen
Voorbeelden: dijken langs rivieren, wegen, straatverlichting
'Uitsluiting' van consumptie is niet mogelijk
Gelijktijdige consumptie is mogelijk, het kunnen gebruiken wordt niet minder als een ander er al gebruik van heeft gemaakt
Slide 25 - Slide
Huiswerk
Bestudeer § 3.2 en 3.3
Maak de opgaven 1 t/m 12 (par 2) en 1 t/m 4 (par 3)