Blok 3 - Grammatica - Les 2

Grammatica blok 3
Les 2 - de bijwoordelijke bepaling.

Log in bij de LessonUp1
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grammatica blok 3
Les 2 - de bijwoordelijke bepaling.

Log in bij de LessonUp1

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
Meewerkend voorwerp: nakijken en herhalen.

Bijwoordelijke bepaling.

Ga naar bladzijde 138.


Slide 2 - Slide

Maak een foto van je huiswerk en zet het hierin!

Slide 3 - Open question

Antwoorden
Opdracht 4                                               Opdracht 5

1. Voor jou                                                 1. Wel een mv
2. Mijn oma                                              2. Geen mv
3. Aan mij                                                  3. Geen mv
4. Die straatmuzikant                          4. Wel een mv
5. Voor Melanie                                      5. Wel een mv
6. Aan haar                                               6. Geen mv


Slide 4 - Slide

Wel of geen mv?

Tofik koopt een nieuwe halsband VOOR ZIJN HOND.
A
Wel
B
Niet

Slide 5 - Quiz

Wel of geen mv?

Ik zie een oude vrouw VOOR HET RAAM staan.
A
Wel
B
Niet

Slide 6 - Quiz

Ik zie een oude vrouw voor het raam staan.
'Voor het raam' geeft een plaats aan. GEEN ontvanger, dus ook GEEN meewerkend voorwerp!

Slide 7 - Slide

Wel of geen mv?

Hij doet dat allemaal speciaal VOOR JOU.
A
Wel
B
Niet

Slide 8 - Quiz

Wel of geen mv?

Ik ga nooit VOOR ELF UUR naar bed.
A
Wel
B
Niet

Slide 9 - Quiz

De bijwoordelijke bepaling
Kijk naar opdracht 5, blz. 139. Zinnen 2, 3 en 6.

Zinsdelen met 'voor' die geen mv zijn.

Op welke vraag geven die zinsdelen antwoord?

Slide 10 - Slide

In het weekend komt Syb zijn bed niet uit VOOR TIEN UUR.

Slide 11 - Open question

De bezorger heeft het pakket VOOR DE DEUR gezet.

Slide 12 - Open question

Emine heeft VOOR DE VERANDERING eens een jurk aan.

Slide 13 - Open question

Bijwoordelijke bepaling
Zinsdelen die antwoord geven op de volgende vragen:

Waar?
Wanneer?
Waardoor? 
Waarmee? 
Waarnaar?
Hoe?
Hoeveel?

Slide 14 - Slide

Bijwoordelijke bepaling
De overgebleven zinsdelen noem je vaak een bijwoordelijke bepaling.


LET OP! Er kunnen meerdere bijwoordelijke bepalingen in een zin staan.

Slide 15 - Slide

Antwoord met getallen! Hoeveel bwb?

Vanavond speel ik een wedstrijd op het voetbalveld.

Slide 16 - Open question

VANAVOND speel ik een wedstrijd OP HET VOETBALVELD
Vanavond = bwb --> wanneer?

Op het voetbalveld = bwb --> waar?

Slide 17 - Slide

Antwoord met getallen! Hoeveel bwb?

Elke dag ga ik lachend naar school.

Slide 18 - Open question

ELKE DAG ga ik LACHEND NAAR SCHOOL.
Elke dag = bwb --> wanneer?

Lachend = bwb --> hoe?

Naar school = bwb --> waarheen?

Slide 19 - Slide

Huiswerk
Maken: opdracht 7 en opdracht 8.

Volgende les af.

Bladzijde 140 en 141. 

Begrepen? Verlaat de les.

Slide 20 - Slide