Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen als
Hoe? Hoelang? Hoever? Waar? Waardoor? Waarheen? Waarom? Waarover? Waarvandaan? Waar? Wanneer?
(dus: plaats, tijd, reden, hoedanigheid)
+ prullenbak (alle woorden/zinsdelen die over blijven in een zin)
--> restzinsdelen: wel, niet, toch, misschien, waarschijnlijk,
soms, waarom, waardoor etc.