What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Proeftoets T1 - Taal, Spelling - 1VWO
Proeftoets T1 - Taal, Spelling - 1VWO
Cursus 4 Taal - §2 en 3
Cursus 7 Werkwoordspelling - §7-12
1 / 41
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
41 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Proeftoets T1 - Taal, Spelling - 1VWO
Cursus 4 Taal - §2 en 3
Cursus 7 Werkwoordspelling - §7-12
Slide 1 - Slide
Doe goed mee met deze proeftoets...
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les waar je nog aandacht aan moet besteden.
Slide 2 - Slide
Is de uitspraak waar of niet waar?
Als je in Nederland bent geboren, is Nederlands automatisch je moedertaal.
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quiz
Is het grote deel letterlijk of figuurlijk taalgebruik?
Spelling is makkelijk. DAAR DRAAI IK MIJN HAND NIET VOOR OM.
A
letterlijk
B
figuurlijk
Slide 4 - Quiz
Is het grote deel letterlijk of figuurlijk taalgebruik?
Baris STOOTTE ZIJN KNIE toen hij langs jouw tafel liep.
A
letterlijk
B
figuurlijk
Slide 5 - Quiz
Vul het juiste woord in bij de uitdrukking:
Het plan van Janne valt in .......
Slide 6 - Open question
Vul het juiste woord in bij de uitdrukking:
Mijn broertje doet met mee voor spek en ......
Slide 7 - Open question
Vul het juiste woord in bij de uitdrukking:
Met deze brugklas ben ik in de zevende....
Slide 8 - Open question
Noteer de juiste persoonsvorm:
Hij wordt steeds langer, maar ...... jij dat ook?
Slide 9 - Open question
Noteer de juiste persoonsvorm:
Ik verhuis, maar jij ........ niet.
Slide 10 - Open question
Noteer de juiste persoonsvorm:
Jij durft veel, maar ....... jij meer dan David?
Slide 11 - Open question
Noteer de juiste persoonsvorm in de tt:
(verkleden) ........ Luke zich wel vaker?
Slide 12 - Open question
Noteer de juiste persoonsvorm in de tt:
(reizen) Meneer Tak ..... nogal eens naar Egypte.
Slide 13 - Open question
Is dit werkwoord sterk of zwak?
slachten
A
sterk
B
zwak
Slide 14 - Quiz
Is dit werkwoord sterk of zwak?
groeien
A
sterk
B
zwak
Slide 15 - Quiz
Is dit werkwoord sterk of zwak?
onthouden
A
sterk
B
zwak
Slide 16 - Quiz
Is dit werkwoord sterk of zwak?
spuiten
A
sterk
B
zwak
Slide 17 - Quiz
Waar of niet waar?
In de verleden tijd krijg je altijd DT.
A
Dat is waar
B
Dat is niet waar
C
Nee man, ben je niet lekker?
D
Ja, maar alleen op zondag
Slide 18 - Quiz
Schrijf de juiste pv in de verleden tijd
Shi (branden) helaas zijn vingers.
Slide 19 - Open question
Schrijf de juiste pv in de verleden tijd
Bert en Ernie (verraden) hun zusje.
Slide 20 - Open question
Schrijf de juiste pv in de verleden tijd
Na de wandeltocht (strekken) Sarah en Gieneke zich lekker uit.
Slide 21 - Open question
Schrijf de juiste pv in de verleden tijd
Ik (verwachten) je al!
Slide 22 - Open question
Schrijf de juiste pv in de verleden tijd
De kip (broeden) de hele week op haar eieren.
Slide 23 - Open question
Schrijf de juiste pv in de verleden tijd
Sorry, ik (vergissen) me in de tijd.
Slide 24 - Open question
Wat is het voltooid deelwoord van...
betalen - ik heb .......
Slide 25 - Open question
Wat is het voltooid deelwoord van...
krabben - ik heb .......
Slide 26 - Open question
Wat is het voltooid deelwoord van...
proeven - ik heb .......
Slide 27 - Open question
Wat is het voltooid deelwoord van...
zinken - ik ben.......
Slide 28 - Open question
Wat is het ONVOLTOOID deelwoord van...
lopen
Slide 29 - Open question
Wat is het ONVOLTOOID deelwoord van...
spreken
Slide 30 - Open question
Wat is het ONVOLTOOID deelwoord van...
kwijlen
Slide 31 - Open question
Noteer het bijvoeglijk naamwoord in de juiste spelling.
de (verbranden) krant
Slide 32 - Open question
Noteer het bijvoeglijk naamwoord in de juiste spelling.
de (redden) drenkeling
Slide 33 - Open question
Krijg je in de verleden tijd nu stiekem toch wél een DT...?
A
Zeker weten.
B
Echt niet!!
C
Nee!!! Hou er nou eens over op!
D
Alleen als je meneer Tak pure chocolade geeft.
Slide 34 - Quiz
Welk VOLTOOID of ONVOLTOOID deelwoord?
de (loszitten) veter
Slide 35 - Open question
Welk VOLTOOID of ONVOLTOOID deelwoord?
het (blozen) meisje
Slide 36 - Open question
Welk VOLTOOID of ONVOLTOOID deelwoord?
de (oprichten) vereniging
Slide 37 - Open question
Welk VOLTOOID of ONVOLTOOID deelwoord?
de (uithongeren) krokodil
Slide 38 - Open question
Welk VOLTOOID of ONVOLTOOID deelwoord?
het (boeien) verhaal
Slide 39 - Open question
Tot zover....!!
Slide 40 - Slide
Wat vind jij?
A
Ik ben klaar voor de toets
B
Ik moet er misschien nog even naar kijken
C
Ik moet nog best een hoop doen
D
Ik snap er nog weinig van
Slide 41 - Quiz
More lessons like this
groep 8 werkwoord spelling cito
26 days ago
- Lesson with
44 slides
nederlands
Primary Education
V2 §9 Exitticket werkwoordspelling
August 2023
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
groep 8 werkwoord spelling cito
4 days ago
- Lesson with
44 slides
nederlands
Primary Education
groep 7 werkwoordcito oefenen
March 2023
- Lesson with
35 slides
nederlands
Primary Education
H1 / HV1_Werkwoordspelling uitleg n.a.v. proeftoets
January 2021
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
CB2 - SPELLING WW HERHALING CB1 - THEORIE + QUIZ
September 2024
- Lesson with
51 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2
Les 3 (extra uitleg; differentiëren) Spelling 1A
April 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 1
Werkwoordspelling
January 2023
- Lesson with
39 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4