What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
wk.46 Grammatica WS/Werkwoordspelling
Welkom
Leg klaar:
Boek Nieuw Nederlands
Laptop dicht op tafel
1 / 33
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
This lesson contains
33 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom
Leg klaar:
Boek Nieuw Nederlands
Laptop dicht op tafel
Slide 1 - Slide
Planning
week 46 Oefenen werkwoordspelling
week 47 Toets werkwoordspelling
Slide 2 - Slide
Lesplanning
1. IOefenen werkwoordspelling.
2. Huiswerk starten
3. Vragen over werkwoordspelling
Slide 3 - Slide
Lesdoelen
- Je leert over de voltooide tijd: het voltooid deelwoord
- Je leert over onregelmatige werkwoorden
-Je leert over werkwoordsvormen en -tijden.
Slide 4 - Slide
Werkwoordspelling Toets
Cursus 7:
PV o.t.t.
PV o.v.t. zwakke ww/sterke ww
voltooid deelwoord
(HA) onvoltooid deelwoord
(HA) werkwoordsvormen
(HA) werkwoordstijden
Slide 5 - Slide
De persoonsvorm
Een werkwoord.
Er is altijd
één
persoonsvorm!
Slide 6 - Slide
Wat is de persoonsvorm in de zin?
De loempia's vliegen door de lucht.
Slide 7 - Open question
Wat is de persoonsvorm in de zin?
'Met hoeveel mensen mogen we tegenwoordig nog feest vieren?'
Slide 8 - Open question
Werkwoorden (ww)
Een
werkwoord
is een
woordsoort
.
De afkorting van werkwoord is
w
w
.
In een zin staat ten minste één werkwoord.
Er zijn o
ok zinnen met meer dan één werkwoord.
Een werkwoord zegt
- wat iets of iemand
doet,
- wat iets of iemand
overkomt
-
wat er is gebeurd
.
Voorbeelden van werkwoorden:
Lopen Zijn
Fietsen Leren
Rennen Eten
Koken Voetballen
Slide 9 - Slide
Werkwoorden
De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
Er zijn regels om die werkwoorden goed te schrijven.
Dit kan aan de hand van het werkwoord
'lopen'.
Slide 10 - Slide
Wat zijn sterke werkwoorden?
A
Werkwoorden die van klank veranderen als je de pv in de verleden tijd zet.
B
Werkwoorden die niet van klank veranderen als je de pv in de verleden tijd zet.
C
Werkwoorden die aangeven dat een onderwerp sterk is.
D
Woorden die met 'sterk zijn' te maken hebben.
Slide 11 - Quiz
Persoonsvorm verleden tijd
• Sterke en zwakke werkwoorden.
• Sterke werkwoorden: je kunt de spelling horen.
• Zwakke werkwoorden: ex-kofschip.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Zwakke werkwoorden in de vt
/
/
Slide 14 - Slide
Schrijf het werkwoord in de verleden tijd op:
Vannacht (dromen) hij over zijn vakantie.
Slide 15 - Open question
Schrijf het werkwoord in de verleden tijd op:
In de jungle leven veel dieren in het wild.
Slide 16 - Open question
Schrijf het werkwoord in de verleden tijd op:
Wij helpen hem met zijn verhuizing.
Slide 17 - Open question
Onregelmatige werkwoorden
zijn
hebben
willen
zullen
kunnen
Slide 18 - Slide
apps.noordhoff.nl
Slide 19 - Link
Voltooid deelwoord v.t.t.
o.t.t.
Ik zwem altijd twintig baantjes.
o.v.t
Ik zwom altijd twintig baantjes
v.t.t.
Ik
heb
altijd twintig baantjes
gezwommen
.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Voltooid deelwoord
-d of -t
?
/
/
Slide 22 - Slide
Noteer het voltooid deelwoord:
Heeft je zus haar tas al ... (pakken)?
Slide 23 - Open question
Noteer het voltooid deelwoord:
Ik ben gister naar school ... (lopen)
Slide 24 - Open question
Aan het werk .....
Huiswerk
Digitale methode Cursus 7 (Werkwoord)Spelling
TH:
paragraaf 11: persoonsvorm verleden tijd voor sterke werkwoorden
paragraaf 12: voltooid deelwoord
paragraaf 13: onregelmatige werkwoorden
Maak alle opdrachten die voor jou klaar worden gezet!
Wanneer je score beneden de 80% is, laat dan de opdracht weer open zetten en verbeter jezelf nog eens!
Slide 25 - Slide
onvoltooid deelwoord (od)
Het wordt ook wel tegenwoordig deelwoord genoemd.
Het od geeft aan dat iets aan de gang is.
Spelling: hele ww + -d
Glimlachend kwam ze de klas binnen.
Ze rende huilend weg.
Druk kletsend liepen de meisjes over straat.
Slide 26 - Slide
Onvoltooid deelwoord:
- Het wordt ook wel tegenwoordig deelwoord genoemd.
- Het od geeft aan dat iets aan de gang is.
- Spelling: hele ww + -d
-
Glimlachend
kwam ze de klas binnen.
- Ze rende
huilend
weg.
- Druk
kletsend
liepen de meisjes over straat.
Slide 27 - Slide
Wat is het onvoltooid deelwoord van "voetballen"?
A
gevoetbalt
B
gevoetbald
C
voetballent
D
voetballend
Slide 28 - Quiz
Wat is het onvoltooid deelwoord van "joggen"?
A
joggent
B
joggend
C
gejogt
D
gejogd
Slide 29 - Quiz
apps.noordhoff.nl
Slide 30 - Link
Werkwoordsvormen
Infinitief
PVTT: pv tegenwoordige tijd
PVVT: pv verleden tijd
VD: voltooid deelwoord
OD: onvoltooid deelwoord
Slide 31 - Slide
Werkwoordstijden
o.t.t.
o.v.t.
v.t.t.
v.v.t
Slide 32 - Slide
Aan het werk .....
Huiswerk
Digitale methode Cursus 7 (Werkwoord)Spelling
HA:
paragraaf10: voltooid en onvoltooid deelwoord
paragraaf 11: werkwoordsvormen en -tijden
Maak alle opdrachten die voor jou klaar worden gezet!
Wanneer je score beneden de 80% is, laat dan de opdracht weer open zetten en verbeter jezelf nog eens!
Slide 33 - Slide
More lessons like this
Werkwoordspelling
May 2023
- Lesson with
41 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
P11 werkwoordsvormen en werkwoordstijden
December 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling alle werkwoordsvormen
February 2021
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling alle werkwoordsvormen
March 2024
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
werkwoordspelling vd od + andere vormen
September 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
spelling - toets 1 februari - g1
November 2022
- Lesson with
51 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling voltooid + onvoltooid deelwoord
March 2024
- Lesson with
49 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling alle werkwoordsvormen
March 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1