Grammatik: Grammatik Mehrzahl der Substantive ⌚ 5 Min.
Üben ⌚ 15 Min. (Hausaufgabe)
Informelle E-Mail Aufträge beenden ⌚25 Min.
Das Ende und die Vorschau ⌚ 5 Min.
1 / 28
next
Slide 1: Slide
DuitsMBOStudiejaar 1
This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Was gibt es heute?
Rückblick ⌚ 5 Min.
Lernziel ⌚ 1 Min.
Grammatik: Grammatik Mehrzahl der Substantive ⌚ 5 Min.
Üben ⌚ 15 Min. (Hausaufgabe)
Informelle E-Mail Aufträge beenden ⌚25 Min.
Das Ende und die Vorschau ⌚ 5 Min.
Slide 1 - Slide
Lernziel 1
Aan het einde van de les kun je de mannelijke zelfstandige naamwoorden in de meervoudsvorm zetten Minimumdoel: je kent de hoofdregel woord + e en weet wanneer de zwn onveranderd blijven.
Slide 2 - Slide
Lernziel 2
Aan het einde van de les kun jij een informele e-mail schrijven volgens de regels.
Minimumdoel: je kent de structuur, gebruik van hoofd- en kleine letters, komma's
Slide 3 - Slide
Plural
de meervoudsvormen
Slide 4 - Slide
2 dingen waar je op moet letten bij het maken van het meervoud van znw?
Slide 5 - Open question
Welk lidwoord krijgen zelfstandige naamwoorden in het meervoud?
Slide 6 - Open question
Die wichtigsten Plural-Regeln
Slide 7 - Slide
Mannelijk
bij de meeste der-woorden wordt een -e achter het woord gezet + Umlaut (AUtO)
Slide 8 - Slide
Zum Beispiel:
der Schrank --> die Schränke
der Grund --> die Gründe
der Wolf --> die Wölfe
der Tisch --> die Tische
Slide 9 - Slide
der Teil
A
die Teile
B
der Teile
C
die Teilen
D
einen Teil
Slide 10 - Quiz
der Kopf meervoudsvorm
A
die Kopfe
B
die Köpfe
C
der Köpfe
D
ein Kopf
Slide 11 - Quiz
MANNELIJK
De meeste der- woorden (maar ook das woorden) die eindigen op -el, -er, en, blijven in het meervoud onveranderd.
Slide 12 - Slide
Zum Beispiel
der Lehrer --> die Lehrer
der Körper --> die Körper
der Schlüssel --> die Schlüßel
Slide 13 - Slide
het meervoud van der Schlüssel
A
ein Schlüssel
B
die Schlüssele
C
die Schlüssel
D
die Schlüssels
Slide 14 - Quiz
het meervoud van der Bürger
A
der Bürgern
B
die Bürgere
C
ein Bürger
D
die Bürger
Slide 15 - Quiz
Mannelijk (maar ook vrouwelijk en onzijdig)
Achter woorden die internationaal worden gebruikt (in andere talen), wordt in het meervoud een -s gezet.
Slide 16 - Slide
Zum Beispiel
der Chef --> die Chefs
die Kamera --> die Kameras
das Niveau --> die Niveaus
Slide 17 - Slide
Mannelijk (maar ook vrouwelijk en onzijdig)
Bij woorden die eindigen op -tum, wordt het einde veranderd in - tümer
Slide 18 - Slide
mannelijk (maar ook vrouwelijk en onzi
Slide 19 - Slide
zum Beispiel
der Reichtum --> die Reichtümer
Slide 20 - Slide
het meervoud van der Irrtum
A
die Irrtümer
B
die Irrtüme
C
ein Irrtümer
D
die Irrtumer
Slide 21 - Quiz
Ausnahmen (uitzonderingen)
siehe Grammatik Reader LJ2 Seite 18
(Teams / bestanden/ Readers)
Slide 22 - Slide
Gibt es Fragen?
stell die Frage in Teams
Slide 23 - Slide
Bekijk de volgende video uitleg
voordat jij begint opdrachten te maken.
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
Mache gleich, brauchst du zu Hausen nicht zu tun
Übung 1 (a & b) , Seite 21-22
Grammatik Reader LJ2 (in Teams of printversie)
Slide 26 - Slide
Hausaufgabe
Übung 1 (a & b) , Seite 21-22 ünbedingt machen
E-Mail Aufträge(vandaag inleveren, mits nog niet gedaan!!!)