Schakelingen 9.1 weerstand K4

1 / 31
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

H9: Schakelingen
Benodigheden
- laptop
- Binas
- Rekenmachine 


Tassen op de grond
Telefoons in de zakkie

Welkom Kader 4!
Ga zitten en start met:
De voorkennis opdrachten in de online omgeving van H9

START IN: 




Jas over je stoel
timer
5:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Regels in mijn les
  • Als iemand aan het woord is, ben jij stil.
  • Als je een vraag hebt, steek je je vinger op.
  • We hebben respect voor elkaar.
  • Fouten maken mag!
  • Als je binnenkomt leg je alle spullen die je nodig hebt op tafel.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

H9: Schakelingen 
  • § Introductie voorkennis

  •           § 9.1 Weerstanden
  •           § 9.2 LDR en NTC
  •           § 9.3 Schakelen met een relais 
  •           § 9.4 Elektronische schakelingen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Lesprogramma
  1. Nova digitale boek koppelen
  2. Voorkennis/Terugblik
  3. Leerdoelen
  4. Instructie (uitleg)
  5. Zelfstandig aan de slag
  6. Nabespreking
  7. Afsluiting 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Schakelingen H9
Nova code:

klascode 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Terugblik 
  1. Je kunt rekenen met de eenheid van stroomsterkte.
  2. Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet.
  3. Je kunt de symbolen herkennen die je gebruikt om een schakelschema te maken.
  4. Je kunt het verschil uitleggen tussen een serie- en parallelschakeling.
  5. Je kunt beschrijven welke twee gevaren het gebruik van elektriciteit met zich meebrengt.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 9.1 weerstand
  1. Je kunt toelichten wat wordt bedoeld met de weerstand van een schakelonderdeel.
  2. Je kunt uitleggen hoe je de totale weerstand van een stroomkring groter kunt maken.
  3. Je kunt beschrijven hoe je de weerstand van een schakelonderdeel kunt bepalen.
  4. Je kunt berekeningen uitvoeren met de spanning, de stroomsterkte en de weerstand.
  5. Je kunt beredeneren of de wet van Ohm van toepassing is op een schakelonderdeel.
  6. Je kunt uit de kleurcode op een weerstandje afleiden hoe groot zijn weerstandswaarde is.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Weerstand

De weerstand is de moeite waarmee elektronen (stroomsterkte) door een apparaat gaan.


Ieder apparaat (en ook stroomdraad) heeft een weerstand.

De weerstand geven we de letter R en het symbool ohm        


Geleidende materialen hebben een kleine (soortelijke) weerstand.

Isolatoren hebben een grote (soortelijke) weerstand.

Ω

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Weerstand
grote weerstand
kleine weerstand

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Weerstand (R)
Een apparaat levert weerstand.
Des te groter de weerstand, 
des te kleiner de stroomsterkte wordt.



U = I x R                          I = U : R                                R = U : I
grootheid
symbool
eenheid
symbool
weerstand
R
Ohm

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wet van Ohm

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Ohmse weerstand
Deze weerstand is ohms:

Rechtevenredig verband: dus R heeft een vaste waarde.

De waarde van schakelonderdeel is steeds even groot.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wet van Ohm

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Filmpje Wet van Ohm

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

De weerstand
  • Een weerstand wordt gemaakt door een dun laagje koolstof op een glasstaafje aan te brengen.

  • Hoe dunner het laagje koolstof, des te hoger de weerstand.

  • Als de temperatuur hoger wordt, dan wordt de weerstand hoger.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Een weerstand

Hier staat een voorbeeld van een weerstand.

Let op de ringen. Deze weerstand heeft vier ringen, er zijn ook weerstanden met vijf ringen.

De ringen hebben een betekenis welke een

codering is voor de grootte van de weerstand.


We hebben ring 1, 2 (en soms 3)

Daarnaast ring A en B

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Kleurcode weerstand
Wat is de weerstand en 
hoe groot is de afwijking?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Kleurcode weerstandje
kleuren bekijken van links naar rechts

  • ring 1 = groen = 5
  • ring 2 = blauw = 6
  • ring 3 = bruin = 1 nul
  • ring 4 = goud = +/- 5%

  • weerstand = 560 Ω +- 5%
  • de weerstand kan dus in werkelijkheid tussen 532 Ω en 588 Ω liggen (5% van 560 is 28)

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Maak opdracht 1 t/m 6 van paragraaf 9.1 weerstand.
Je mag samenwerken.
Blz: 14-20 van het boek

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!

Maak Opdracht:  
1 t/m 10 van paragraaf 9.1

Je mag samenwerken!
rood = Iedereen is stil


oranje = Iedereen is stil, docent beantwoord wel vragen

groen = Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
timer
10:00

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Nabespreken 
Antwoorden opdrachten

Slide 22 - Slide

Wetenschap is het opdoen van kennis en deze toepassen.
Natuurwetenschappers kijken naar de natuurlijke wereld, en nemen verschijnselen waar. En proberen die te verklaren en te voorspellen.
Ze doen ONDERZOEK en ontdekken zo nieuwe dingen over de natuur om ons heen.
Techniek wordt gebruikt om die kennis in uitvindingen toe te passen

Verschil Natuurkunde en Scheikunde: tijdelijk en blijvende veranderingen: Je kan het niet meer terug krijgen in de oude staat.
Eigenlijk IS scheikunde ook natuurkunde, maar dan specifiek gericht op stoffen en hoe die met elkaar reageren DUS een blijvende verandering


Welke vraag vond je makkelijk?

Slide 23 - Mind map

This item has no instructions

Welke vraag vond je lastig?
Dan gaan we die nabespreken

Slide 24 - Mind map

This item has no instructions


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 25 - Open question

This item has no instructions


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Afsluiting: we weten....
  1. Je kunt toelichten wat wordt bedoeld met de weerstand van een schakelonderdeel.
  2. Je kunt uitleggen hoe je de totale weerstand van een stroomkring groter kunt maken.
  3. Je kunt beschrijven hoe je de weerstand van een schakelonderdeel kunt bepalen.
  4. Je kunt berekeningen uitvoeren met de spanning, de stroomsterkte en de weerstand.
  5. Je kunt beredeneren of de wet van Ohm van toepassing is op een schakelonderdeel.
  6. Je kunt uit de kleurcode op een weerstandje afleiden hoe groot zijn

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Ik snap de leerdoelen:

Je kunt toelichten wat wordt bedoeld met de weerstand van een schakelonderdeel.
Je kunt uitleggen hoe je de totale weerstand van een stroomkring groter kunt maken.
Je kunt beschrijven hoe je de weerstand van een schakelonderdeel kunt bepalen.
Je kunt berekeningen uitvoeren met de spanning, de stroomsterkte en de weerstand.
Je kunt beredeneren of de wet van Ohm van toepassing is op een schakelonderdeel.
Je kunt uit de kleurcode op een weerstandje afleiden hoe groot zijn
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje....

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Afsluiting
Volgende les:

Huiswerk:
1. Maak thuis de opdrachten af! Opdracht: 2, 4, 6, 8, 10, 12 en 14

Dank voor jullie aandacht!

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Video

This item has no instructions

Slide 31 - Video

This item has no instructions