Cursus 5 - Grammatica - paragraaf 3 - voegwoord herkennen

Nederlands
  • Op tafel
  -  Leesboek
  -  Nederlands boek blz. 206
  -  pen en schrift   

  •  Computer
   - mag nog even in je tas blijven    


1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Nederlands
  • Op tafel
  -  Leesboek
  -  Nederlands boek blz. 206
  -  pen en schrift   

  •  Computer
   - mag nog even in je tas blijven    


Slide 1 - Slide

Lezen in je leesboek
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Programma deze les
  • Huiswerk vorige les nakijken 
  • Voorkennis
  • Doel van deze les
  • Instructie
  • Aan de slag
  • Huiswerk volgende les

Slide 3 - Slide

Huiswerk nakijken
blz. 218-219 opdr. 1 t/m 6 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Voorkennis
Welke woorden verbinden de zinnen aan elkaar?
1. Ik ga naar school, want het is belangrijk.
2. Hij wilde voetballen, maar het regende.

Slide 8 - Open question

Voorkennis
Hoe heten de woorden die de zinnen aan elkaar verbinden?

Slide 9 - Open question

Doel
Ik kan voegwoorden herkennen.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Instructie 

VOEGWOORD = een woord dat 2 woorden aan elkaar plakt

Voorbeeld:
Wil je een kroket of een frikandel?

Slide 12 - Slide

Instructie 
VOEGWOORD = een woord dat 2 zinnen aan elkaar plakt

Voorbeeld:
Wil je een ijsje of heb je liever een snoepje?

Slide 13 - Slide

Instructie 
Voorbeelden van voegwoorden:
en, of, terwijl, omdat, zodat, nadat, als, toen, want

Slide 14 - Slide

Filmpje

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Voegwoord
Geen voegwoord

omdat
zodat
want
of
dus
in
werken
het
op
hebben
mooie

Slide 17 - Drag question

Sleep alle woorden naar het juiste vak!
WEL een voegwoord
NIET een voegwoord
 Als
een
fantastisch
hamburger
jullie
meteen
of
omdat
werken
zodra

Slide 18 - Drag question

Aan de slag
Opdracht 1 t/m 5 op bladzijde 206-207

Ben je klaar? Kies uit:
- maak de trainer bij dit onderdeel, kies
voor 'voegwoorden herkennen 1'

Slide 19 - Slide

Huiswerk


- Afmaken: opdracht 1 tot en 5 op bladzijde 206-207

Slide 20 - Slide

Ik weet nu wat voegwoorden zijn.
En ik kan ze herkennen/gebruiken in een zin.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll