Fictie H4: lezen verhaal Zes seconden + uitleg theorie

Les 1 en 2 van weektaak Nederlands week 15 2E:
- Nakijken OT 1 - 5
- Nakijken proeftoets H3 (zie bijlage in SOM)
- Boekopdracht ingeleverd?
- Uitleg Fictie H4
- Maken Fictie H4: 1, 4 en 5
Fictie H4:
- Je kunt beschrijven hoe een schrijver spanning in een verhaal verwerkt.
- Je kunt beschrijven welke sfeer een ruimte oproept.

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Les 1 en 2 van weektaak Nederlands week 15 2E:
- Nakijken OT 1 - 5
- Nakijken proeftoets H3 (zie bijlage in SOM)
- Boekopdracht ingeleverd?
- Uitleg Fictie H4
- Maken Fictie H4: 1, 4 en 5
Fictie H4:
- Je kunt beschrijven hoe een schrijver spanning in een verhaal verwerkt.
- Je kunt beschrijven welke sfeer een ruimte oproept.

Slide 1 - Slide

Over taal H4: opdr. 1 (blz. 181)
  • 1 wellicht = misschien
  • 2 consequentie = resultaat / gevolg
  • 3 circa = ongeveer
  • 4 omvang = grootte
  • 5 incidenteel = soms
  • 6 intentie = bedoeling
  • 7 stabiel = stevig, niet veranderlijk
  • 8 bij voorbaat = van tevoren
  • 9 beschikken over = gebruik maken van
  • 10 realiseren = maken of uitvoeren volgens plan

Slide 2 - Slide

Over taal H4: opdr. 1 (blz. 181)
  • 11 sorteren = uitzoeken wat bij elkaar hoort
  • 12 vervaardigen = maken
  • 13 vanwaar = hoezo / waarom
  • 14 na verloop van tijd = na een bepaalde tijd
  • 15 specifiek = in het bijzonder

Slide 3 - Slide

Over taal H4: opdr. 2 (blz. 182)
  • 1 alternatief = een andere mogelijkheid
  • 2 capaciteit = vermogen / kracht
  • 3 domineren = overheersen
  • 4 ecoloog = wetenschapper die het evenwicht in de natuur bestudeert
  • 5 eieren voor je geld kiezen = met minder genoegen nemen
  • 6 fundering = draagconstructie van een gebouw
  • 7 strategisch = volgens een vooropgezet plan
  • 8 tactisch = iets op een bepaalde manier doen om een doel te bereiken
  • 9 uiteenzetten = nauwkeurig uitleggen
  • 10 verontrustend = zorgwekkend / onrustig makend

Slide 4 - Slide

Over taal H4: opdr. 3 (blz. 182)
  • 1a oude -> schoenen
  • 1b tweede -> klas
  • 1c slecht -> nieuws
  • 1d grote -> kermis
  • 1e grote -> maten
  • 1f Eerste -> oorlog

Slide 5 - Slide

Over taal H4: opdr. 4 (blz. 183)
  • 1a een schaatser die lange banen schaatst
  • 1b limonadeglazen die rood zijn
  • 1c een feest aan het eind van het jaar
  • 1d iemand die een eerste prijs heeft gewonnen
  • 1e visie voor een langere tijd
  • 1f vrouwenschoenen die oud zijn

Slide 6 - Slide

Over taal H4: opdr. 5 (blz. 183)
- geletruidrager en gele truidrager
- twee-euromunten en twee euromunten
- gevaarlijkestoffeninspecteur en gevaarlijke stoffeninspecteur
- bronzenmedaillewinnaar en bronzen medaillewinnaar

Slide 7 - Slide

Nakijken proeftoets H3
- Je downloadt het nakijkblad van H3 (ppt).
- Kijk je proeftoets na. 
- Welke onderdelen gingen goed? Welke iets minder?

Slide 8 - Slide

Fictie H4
Uitleg theorie spanning en ruimte

Slide 9 - Slide

Lesdoelen
Fictie H4:
- Je kunt beschrijven hoe een schrijver spanning in een verhaal verwerkt.
- Je kunt beschrijven welke sfeer een ruimte oproept.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Manieren van spanning

- Bedreigende situatie of omgeving

- Onverwachte wending: er gebeurt plotseling iets wat je niet verwacht

- Open plek: vragen die het verhaal bij je oproept waar je niet gelijk antwoord op krijgt

- Vermoeden: aanwijzingen hoe het zou kunnen aflopen

- Cliffhanger: onderbreking van het verhaal op een spannend moment

- Uitstel van het einde

- Informatievoorsprong: je weet iets wat de hoofdpersoon nog niet weet

Slide 12 - Slide

Ruimte in een verhaal

- Een schrijver kan met een bepaalde plaats of plaatsen aangeven waar een verhaal zich afspeelt (stad, planeet, land).

- Ook kan hij ruimte beschrijven als kamers, gebouwen, huizen etc.

- De ruimte kan een bepaalde sfeer oproepen (bijv. spanning of rust) of het verhaal verduidelijken.


Slide 13 - Slide

0

Slide 14 - Video

Zes seconden
Iemand knielt bij het lichaam en houdt zijn oor boven het masker.
‘Een ambulance!’ schreeuwt een jongensstem. ‘We hebben een ambulance nodig!’
Op dat moment valt mijn leven in twee stukken: ervoor en erna.

Zes seconden. Dat is precies hoelang de Afrekening duurt: een illegaal spel waarbij een slachtoffer in elkaar wordt geschopt voor geld. Veel geld. Jasmijn en haar vriendinnen besluiten mee te doen, maar de gevolgen blijken groter dan Jasmijn ooit had kunnen voorzien. Wie kun je vertrouwen als je niemand meer kunt vertrouwen?

Slide 15 - Slide

Fictiefragment H4
Lees het leesboekfragment op blz. 160 - 163. 

Slide 16 - Slide

Huiswerk
Maak van Fictie H4: opdracht 1, 4 en 5.

Slide 17 - Slide