les 3 papillon + personages en perspectief

Deze les
1. Spelling - weet je nog?
2. Herhaling vorige les
3. uitleg fictie blok 3 - personages en perspectief
3. afmaken opdrachten Papillon + bespreken
4. stillezen (leesboek 1)
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Deze les
1. Spelling - weet je nog?
2. Herhaling vorige les
3. uitleg fictie blok 3 - personages en perspectief
3. afmaken opdrachten Papillon + bespreken
4. stillezen (leesboek 1)

Slide 1 - Slide

Spelling (werkwoorden)
1. Maak zelfstandig en in stilte: Spelling blok 1 (p. 28) 
opdr. 3 t/m 6.
2. We werken hier de volgende les weer aan.

WAAR STA JE?

Eerder klaar? Ga stillezen.



timer
15:00

Slide 2 - Slide

Vorige les
Wat hebben we gedaan?

Wat hebben we besproken?

Zijn er vragen?

Slide 3 - Slide

Uitleg Fictie blok 3
Hoofdpersoon, personages en perspectief.

Hoofdpersoon = belangrijkste personage in een verhaal
- gedachtes, gevoelens, wat hij/zij doet, uiterlijk
- leert hem/haar goed kennen
- je ziet de gebeurtenissen door zijn/haar ogen
- heeft doel: probleem of opdracht

Slide 4 - Slide

Bijfiguren
helper

tegenstander

Slide 5 - Slide

Wat kan je allemaal omschrijven als je iets over een personage moet vertellen?

Slide 6 - Open question

Wat bedoelen we met perspectief?

Slide 7 - Open question

Vertelperspectief
- ik-vertelperspectief (ik-vorm)

- hij/zij-vertelperspectief (hij- of zij-vorm)

- alwetende verteller (zelf geen rol, maar hij weet alles van personages en gebeurtenissen)
Wisselend perspectief:

personages wisselen elkaar af als hoofdpersoon (vaak per hoofdstuk)

Meerdere verhaallijnen:

elke hoofdpersoon heeft andere verhaallijn

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Papillon
  1. Maak de opdrachten bij Papillon verder af
  2. We kijken ze meteen na (doe mee met de bespreking! 
  3. Ben je klaar? Dan mag je gaan lezen in je leesboek!

Slide 10 - Slide

Afsluiting
- personages
- hoofdpersoon en bijfiguren
- perspectief
- spelling


Slide 11 - Slide