This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Programma
Vorige week
Praktijkonderzoek
Slide 3 - Slide
Waar moet je naar kijken als je een bron zoekt?
Slide 4 - Open question
Waar let je op?
Wie heeft de tekst geschreven? Is dat een expert op dit gebied? Of is het een leek? Je wil binnen onderzoek alleen bronnen gebruiken die door een expert zijn geschreven. Zoek eventueel de organisatie of auteur op om uit te zoeken hoe betrouwbaar deze is.
Met welk doel is de tekst geschreven? Een betrouwbare bron moet objectief zijn en is niet eenzijdig en met een mening geschreven.
Een bron moet actueel zijn:Een bron mag niet ouder zijn dan 10 jaar, er kan namelijk verouderde informatie in staan wat in deze tijd niet meer van toepassing is.
Komt de informatie overeen met de informatie uit andere bronnen? Gebruik nooit één bron maar gebruik meerdere bronnen.
Slide 5 - Slide
Praktijkonderzoek
Je neemt af:
Een enquête (minimaal 10 respondenten)
Of
Een interview
Mensen die reageren op een enquête noemen we respondenten.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Interview
Wie ga je interviewen?
Vragen van tevoren opstellen in Word
Maak notities tijdens het interview of neem het op (wel eerst vragen)
Vraag door op de antwoorden tijdens het interview
Telefonisch of op 1,5 meter?
Slide 8 - Slide
Enquête
Welke doelgroep heb je?
Waarover gaat de enquête?
Vragen opstellen
Vraag beleeft of mensen je enquête willen invullen
Minimaal 10 respondenten
Slide 9 - Slide
Een enquête maak je in:
Microsoft Forms (via je FC account)
Google Forms
Slide 10 - Slide
Wat is praktijkonderzoek?
Slide 11 - Mind map
Stap 1
Je maakt een voorblad, een automatische inhoudsopgave.
Slide 12 - Slide
Stap 2
Je maakt van elke dimensie een kopje (in Kop 1)
(Sociaal-maatschappelijk, vitaal, sociaal-economisch en politiek juridisch)
Slide 13 - Slide
Stap 3
Je maakt een inleiding, je beantwoord de vragen:
- Waar gaat mijn onderzoek over?
- Waarom heb ik voor dit onderwerp gekozen?
Slide 14 - Slide
Stap 4
Je maakt deelvragen.
Tenminste voor elke dimensie een.
(kop 2)
Slide 15 - Slide
Stap 5
Je beantwoord deelvraag voor deelvraag.
Je kijkt welke bronnen je gebruikt, deze zet je onder de kop bronnen (kop 1) op de laatste pagina.