Oefenen Leestoets H3 en H4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Vragen en tips

Toets Lezen 

H3: Tekstverbanden en signaalwoorden

H4: Feiten, meningen en argumenten

Bij welk verband hoort het signaalwoord:
MAAR

1. Chronologisch
2. Opsommend
3. Tegenstellend

Wat voor soort tekst is dit?

1. bijsluiter
2. recept
3. menu
4. artikel

Wat is het doel van deze tekst?

1. informeren
2. amuseren
3. overtuigen
4. instructie geven

Wat voor soort tekst is dit?

1. bijsluiter
2. ingezonden brief
3. artikel
4. reclame

Wat is het doel van deze tekst?

1. overtuigen
2. informeren
3. overhalen
4. amuseren

Mijn moeder vindt die film waardeloos.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Die film is waardeloos.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Dat vind ik, omdat de acteur slecht speelt

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Bij welk verband hoort het signaalwoord:
MAAR

1. Voorbeeld
2. Opsommend
3. Tegenstellend

In welke zin zie je het tekstverband: voorbeeld?

1. Ik houd erg van fruit, zoals appels en peren.
2. Ik heb me verslapen en bovendien had ik een lekke band.
3. Ook al had ik goed geleerd, toch had ik een slecht cijfer

Welk signaalwoord hoort niet bij een conclusie?

1. dus
2. kortom
3. samengevat
4. zoals

In welke zin zie je het tekstverband 'oorzaak-gevolg'?

1. Ik ben te laat, daardoor heb ik me verslapen.
2. Ik heb me verslapen en ik ben mijn eten vergeten.

In welke zin zie je het tekstverband 'tijdsvolgorde (chronologie)'?

1. Het ongeluk ontstond doordat doordat de chauffeur plotseling remde.
2. Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je de kaart.

Ik heb donkere haren, maar mijn broertje heeft blond haar.
Welk tekstverband geeft 'maar' aan:

1. Voorbeeld
2. Opsomming
3. Tegenstelling
4. Conclusie

Ze wil gaan winkelen, omdat ze nieuwe kleren nodig heeft.
Welk tekstverband geeft het woord 'omdat' aan:

1. Opsomming
2. Tegenstelling
3. Reden
4. Conclusie

Nog vragen?