3M1: H3 - 3.2 (1)

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Pak je boek, schrift en pen

Programma

• 3.2 Lineaire grafiek bij formule
• Opgaven maken

Programma

3.2 - leerdoelen deze les

Wat moet je kunnen?

• letterformule maken

• weten wat een variabele is
• rekenen met een letterformule

3.2 Lineaire grafiek bij formule

 Woordformule: 

Inkomsten in € = 3 + 5 x tijd in uren

3.2 Lineaire grafiek bij formule

 Woordformule: 

Inkomsten in € = 3 + 5 x tijd in uren

Inkomsten en tijd hebben met elkaar te maken.

3.2 Lineaire grafiek bij formule

 Woordformule: 

Inkomsten in € = 3 + 5 x tijd in uren

Inkomsten en tijd hebben met elkaar te maken.

Er is dus een VERBAND tussen inkomsten en tijd.

3.2 Lineaire grafiek bij formule

 Woordformule: 

Inkomsten in € = 3 + 5 x tijd in uren

Zonder woorden kan je de formule sneller schrijven

3.2 Lineaire grafiek bij formule

 Woordformule: 

Inkomsten in € = 3 + 5 x tijd in uren

Zonder woorden kan je de formule sneller schrijven

 Letterformule: 

I = 3 + 5t

3.2 Lineaire grafiek bij formule

 Letterformule: 

I = 3 + 5t

Je MOET dan wel zeggen wat I en t betekenen

3.2 Lineaire grafiek bij formule

 Letterformule: 

I = 3 + 5t

I = inkomsten in € 

t = tijd in uren  

3.2 Lineaire grafiek bij formule

 Letterformule: 

I = 3 + 5t

I = inkomsten in € 

t = tijd in uren  

Voor de t (tijd) mag je steeds iets anders invullen.

3.2 Lineaire grafiek bij formule

Voor de t (tijd) mag je steeds iets anders invullen.

Ook de I (inkomsten) veranderen steeds.

 Letterformule: 

I = 3 + 5t

I = inkomsten in € 

t = tijd in uren  

3.2 Lineaire grafiek bij formule

Voor de t (tijd) mag je steeds iets anders invullen.

Ook de I (inkomsten) veranderen steeds.

I en t noemen we dan variabelen

 Letterformule: 

I = 3 + 5t

I = inkomsten in € 

t = tijd in uren  

3.2 Lineaire grafiek bij formule

3.2 Lineaire grafiek bij formule

I = 25 + 130 x t

Wat moet je hier bij zetten?

3.2 Lineaire grafiek bij formule

I = 25 + 130 x t

Wat moet je hier bij zetten?

I = inkomsten in €

t = tijd in weken

3.2 Lineaire grafiek bij formule

I = 25 + 130 x t

Wat zijn hier de variabelen?

3.2 Lineaire grafiek bij formule

I = 25 + 130 x t

Wat zijn hier de variabelen?

I en t

3.2 Lineaire grafiek bij formule

I = 25 + 130 x t

Hoeveel verdien je na 2 weken werken?

3.2 Lineaire grafiek bij formule

I = 25 + 130 x t

Hoeveel verdien je na 2 weken werken?

I = 25 + 130 x 2

3.2 Lineaire grafiek bij formule

I = 25 + 130 x t

Hoeveel verdien je na 2 weken werken?

I = 25 + 130 x 2           Dit is jouw berekening en 

                                   moet je dus opschrijven!

3.2 Lineaire grafiek bij formule

I = 25 + 130 x t

Hoeveel verdien je na 2 weken werken?

I = 25 + 130 x 2

I = 285

3.2 Lineaire grafiek bij formule

I = 25 + 130 x t

Hoeveel verdien je na 2 weken werken?

I = 25 + 130 x 2

I = 285

dus €285 euro 

3.2 Lineaire grafiek bij formule

I = 25 + 130 x t

Hoeveel verdien je na 2 weken werken?

I = 25 + 130 x 2

I = 285

dus €285 euro       Dit is het antwoord op de vraag

                                en moet je dus ook opschrijven!

3.2 Lineaire grafiek bij formule

I = 25 + 130 x t

Hoeveel verdien je na 2 weken werken?

€285 euro            Alleen het antwoord mag niet

                             (niet bij de toets en 

                              niet bij jouw huiswerk)

3.2 Lineaire grafiek bij formule

I = 25 + 130 x t

Hoeveel verdien je na 2 weken werken?

€285 euro            Alleen het antwoord mag niet

                             (niet bij de toets en 

                              niet bij jouw huiswerk)

x

3.2 Lineaire grafiek bij formule

Die heb je niet. 

3.2 Lineaire grafiek bij formule

Die heb je niet. Eerst de bovenkant uitrekenen. 

3.2 Lineaire grafiek bij formule

Die heb je niet. Eerst de bovenkant uitrekenen. 

daarna dit antwoord delen door 12

Opgaven maken

Voor de volgende les

3.2:

opgave 9, 11, 12, 13, 15

VK 2 t/m 6           

3.1: 3, 4, 5, 6, 7

3.2: 9, 11, 12, 13, 15

3.2: 19, 20, 21,22,23,24a

3.3: 25,28,29,30,31,32,33

3.4: 35,37,42,43,44,45,46,47

3.5: 48,51,52,53

3.6: 56,58,59,60,61,64,65,66,67

Diagnostische toets