231123 spelling §11

Welkom H1e!
Deze spullen heb ik nodig:

  • Werkboek
  • Etui
  • iPad
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welkom H1e!
Deze spullen heb ik nodig:

  • Werkboek
  • Etui
  • iPad

Slide 1 - Slide

Planning

  • Mededelingen (2 min)
  • Kleine quiz via LessonUp > spelling §7, 8, 9 en 10 (10 min)
  • Uitleg spelling §11 > werkwoordstijden (15 min)
  • Wat heb jij geleerd vandaag? (3 min)

Slide 2 - Slide

Mededelingen
SO werkwoordspelling
Was donderdag 30 november, maar wordt dinsdag 5 december

Presentaties van 5 december
Verplaatst naar dinsdag 12 december




Slide 3 - Slide

Planning

  • Mededelingen (2 min)
  • Kleine quiz via LessonUp > spelling §7, 8, 9 en 10 (10 min)
  • Uitleg spelling §11 > werkwoordstijden (15 min)
  • Wat heb jij geleerd vandaag? (3 min)

Slide 4 - Slide

Mijn ouders hebben vorig jaar de marathon ...... (lopen)

Slide 5 - Open question

Er is vorige week iets heel vervelends ....... (gebeuren).

Slide 6 - Open question

Dat ....... (gebeuren, pvtt) mij nou nooit!

Slide 7 - Open question

Planning

  • Mededelingen (2 min)
  • Kleine quiz via LessonUp > spelling §7, 8, 9 en 10 (10 min)
  • Uitleg spelling §11 > werkwoordstijden (15 min)
  • Wat heb jij geleerd vandaag? (3 min)

Slide 8 - Slide

Leerdoel


Ik kan de werkwoordsvormen herkennen en gebruiken.

Slide 9 - Slide

Alle werkwoordsvormen:
  • PVTT = Ik verbrand mijn hand aan het fornuis.

  • PVVT = Ik verbrandde mijn hand aan het fornuis.

  • VD = Ik heb mijn hand verbrand aan het fornuis.

  • OD = Ik raakte brandend het fornuis  aan.

  • BN = Ik raakte het verbrande fornuis aan.

  • INF = Ik wil mijn hand aan het fornuis verbranden.

Slide 10 - Slide

Wij zijn gister naar school gefietst.

Gefietst =
A
Pvtt (persoonsvorm tegenwoordige tijd)
B
Pvvt (persoonsvorm verleden tijd)
C
Vd (voltooid deelwoord)
D
Od (onvoltooid deelwoord)

Slide 11 - Quiz

Wij moesten gister naar school fietsen.

fietsen =
A
Pvtt (persoonsvorm tegenwoordige tijd)
B
Pvvt (persoonsvorm verleden tijd)
C
Vd (voltooid deelwoord)
D
Infinitief (Heel werkwoord)

Slide 12 - Quiz

Ik heb mijn spullen al verzameld.

Heb =
A
Pvtt (persoonsvorm tegenwoordige tijd)
B
Pvvt (persoonsvorm verleden tijd)
C
Vd (voltooid deelwoord)
D
Infinitief (Heel werkwoord)

Slide 13 - Quiz

De verzamelde spullen lagen klaar.

verzamelde =
A
Pvtt (persoonsvorm tegenwoordige tijd)
B
Bn (bijvoeglijk naamwoord)
C
Vd (voltooid deelwoord)
D
Infinitief (Heel werkwoord)

Slide 14 - Quiz

Er is iets heel vervelends .....(gebeuren).

Slide 15 - Open question

Spelling §11 > Werkwoordsvormen
Opdracht:
Cursus 7 > § 11
Opdracht 2, 3 en 4


Wil je een uitdaging? Maak opdracht 5


Hoe: Je werkt alleen
Nodig: iPad





Slide 16 - Slide

Volgende les:
  • Spelling §11 (werkwoordsvormen en - tijden)

Huiswerk:
Cursus 7 > § 11
Opdracht 2, 3 en 4

Wil je een uitdaging? Maak opdracht 5

Slide 17 - Slide