Les 6: feodalisme

Tijdvak 3 - tijd van de monniken en ridders
Oranje begint 11:45
Rood begint 12:10

1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Tijdvak 3 - tijd van de monniken en ridders
Oranje begint 11:45
Rood begint 12:10

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

1500 
v. Chr.
1000 
v. Chr.
500 
v. Chr.
1
500
1000
1500
2000
2050
Sleep de iconen naar de juiste plek in de tijdlijn.

Slide 3 - Drag question

Het wonen in de steden in de oudheid en de middeleeuwen
A
Continuïteit (bleef hetzelfde)
B
Verandering (veranderde)

Slide 4 - Quiz

Het bestuur van een gebied in de oudheid en de middeleeuwen
A
Continuïteit (bleef hetzelfde)
B
Verandering (veranderde)

Slide 5 - Quiz

Het geloof (christendom) in de oudheid (tijd van de Grieken en Romeinen) en de middeleeuwen
A
Continuïteit (bleef hetzelfde)
B
Verandering (veranderde)

Slide 6 - Quiz

Wat is een juiste omschrijving van het hofstelsel?
A
Een horige boer mag gratis op het land werken van zijn heer
B
Een horige boer geeft bescherming aan de heer
C
Een horige boer mag werken op het land van de heer en moet een deel van de oogst geven aan de heer
D
Een horige boer mag werken op het land van de heer en moet de heer belasting betalen met geld

Slide 7 - Quiz


Het leenstelsel

  • Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen.
  • Daarom kreeg hij hulp van vazallen: mannen die met hem meevochten
  • Zijn trouwste vazallen kregen als beloning ieder een gebied in leen. 
  • Zij mochten dit namens hem besturen: zij werden zijn leenmannen.
  • Het leenstelsel heet ook wel: feodalisme

Slide 8 - Slide

Het Frankische rijk
  • Franken: Germaans volk dat na de ondergang van het West-Romeinse rijk een koninkrijk hadden gesticht in België en Frankrijk.
  • Frankische koningen breiden het rijk steeds verder uit.

Slide 9 - Slide

Te groot om alleen te besturen:
oorzaken:
- Slechte verbindingen, van de Romeinse wegen was weinig meer over.
- Steden uit de Romeinse tijd zo goed als verdwenen.
- Dreiging van aanvallers.

Slide 10 - Slide

Oplossing: Het Feodalisme
  • leenheer: vorst of hoge edelman die een gebied laat besturen door een leenman.
  • leenman: (vazal) edelman die een gebied bestuurt in opdracht van een leenheer.
  • Feodalisme: bestuurssysteem waarbij een leenheer grond in leen geeft aan een leenman in ruil voor bepaalde diensten.

Slide 11 - Slide

Het feodalisme

Slide 12 - Slide

Welke plicht heeft een leenman?
A
Hij moet in zijn gebied doen waar hij zin in heeft.
B
Hij moet elke ochtend bijtijds opstaan.
C
Hij moet trouw beloven aan zijn leenheer.
D
Hij moet delen van zijn gebied doorlenen aan onderleenmannen.

Slide 13 - Quiz

Wat is een goed voorbeeld
van een leenstelsel?
A
De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
B
De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
C
De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
D
De koning heeft zijn land in twintig stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een vriend van hem.

Slide 14 - Quiz

Je kon alleen leenman worden als je van adel was.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Schrijf 3 dingen op die je
deze les hebt geleerd

Slide 16 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 17 - Open question