M3M4 week 51, online les

BONJOUR

Vandaag ;
1. luisteropdracht over kerstmarkt
2. uitleg aanwijzend vnw
2. herhaling werkwoorden
3. schrijfvaardigheid 
1 / 44
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

BONJOUR

Vandaag ;
1. luisteropdracht over kerstmarkt
2. uitleg aanwijzend vnw
2. herhaling werkwoorden
3. schrijfvaardigheid 

Slide 1 - Slide

Kijk en luister naar het filmpje. Tussendoor beantwoord je enkele vragen

Slide 2 - Slide

5

Slide 3 - Video

00:10
Wat is een "marché de Noël"?

Slide 4 - Open question

00:18
Waar komt de kerstmarkt van oorsprong vandaan?
A
De Elzas
B
Duitsland
C
Frankrijk
D
Zwitserland

Slide 5 - Quiz

00:28
Wat was de oorspronkelijke naam van de kerstmarkt?

Slide 6 - Open question

00:58
Welke stad is beroemd om zijn kerstmarkt?
A
Colmar
B
Nancy
C
Strasbourg
D
Besançon

Slide 7 - Quiz

01:36
Op welke plaatst staan de Franse kersmarkten in de wereld?
A
1e
B
3e
C
4e
D
2e

Slide 8 - Quiz

Aanwijzend voornaamwoord
  • Wat is dat ook alweer?
  • deze/die en dit/dat
  • Ipv lidwoord, dichtbij of veraf
  • Lastig in het Nederlands, maar niet zo moeilijk in het Frans 



Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Noteer in je schrift

Slide 11 - Slide

Deze vriend=
A
ce ami
B
cette amie
C
cet ami
D
ces amis

Slide 12 - Quiz

deze vragen=
A
cettes questions
B
ces questions
C
ce questions
D
cet questions

Slide 13 - Quiz

...... prof est nouveau.
(deze leraar)
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 14 - Quiz

.... fille est italienne.
(dit meisje)
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 15 - Quiz

J'habite à côté de ..... magasin.
(deze winkel)
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 16 - Quiz

Combien coûtent ..... oranges?
(die sinaasappels)
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 17 - Quiz

Tu comprends ...... explication ?
(deze uitleg)
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 18 - Quiz

Tu veux achter un nouveau stylo?

Kies het juiste antwoord
A
J’ aime cette stylo.
B
J’ aime cet stylo.
C
J’ aime ces stylo.
D
J’ aime ce stylo.

Slide 19 - Quiz

VRAI OU FAUX
Er zijn twee aanwijzende vnw mogelijk voor mannelijk enkelvoud woorden.
A
VRAI
B
FAUX

Slide 20 - Quiz

VRAI OU FAUX
Met een woord in het meervoud, moet je ook weten of het woord vrouwelijk of mannelijk is.
A
VRAI
B
FAUX

Slide 21 - Quiz

Questions?

Slide 22 - Slide

Les verbes "er"
Présent, Imparfait, Passé composé
Impératif= gebiedende wijs

Slide 23 - Slide

Werkwoorden op -er
chercher
remarquer
travailler
jouer
sonner
aimer
spelen
houden van
zoeken
opmerken
aanbellen
werken

Slide 24 - Drag question

Présent 
j'habite=ik woon
stam + e
                es
              e
                  ons
                ez
                  ent
Passé composé
avoir/être + stam+ é
j'ai habité

Slide 25 - Slide

Futur proche (nabije toekomst) 
je vais + hele werkwoord
tu vas
il,elle,on va
nous allons
vous allez
ils vont
Futur simple
J'habiterai=ik zal wonen
hele ww + uitgang 
+ ai
+ as
+ a
+ ons
+ez
+ ont

Slide 26 - Slide

(passer = doorbrengen,prés) Ils .... les vacances en Grèce

A
passez
B
passont
C
passent
D
passons

Slide 27 - Quiz

(jouer=spelen,pc) Marc ... ..... bien.
A
est joué
B
a joué
C
avons
D
jouait

Slide 28 - Quiz

(parler, futur) Les élèves....... en français.
A
vont parler
B
parlons
C
ont parlé
D
parleront

Slide 29 - Quiz

(habiter,pc) zij hebben in Parijs gewoond

Slide 30 - Open question

(gagner) zij winnen=

Slide 31 - Open question

(jouer, futur proche) on ......

Slide 32 - Open question

(détester, présent) Madame Quévreux ..... les maths
A
détestes
B
détestez
C
détesté
D
déteste

Slide 33 - Quiz

(arriver, pc) Sophie et Monique ... ...... vers 8 heures
A
sont arrivé
B
sont arrivés
C
sont arrivées
D
ont arrivé

Slide 34 - Quiz

(rester=blijven,pc) Nous .... ...... à la maison.
A
avons resté
B
sommes resté
C
sont resté
D
sommes restés

Slide 35 - Quiz

(entrer, gebiedende wijs) Kom binnen allemaal!
A
entre tous!
B
entrez tous!
C
entrons
D
entre

Slide 36 - Quiz

(tomber= vallen, pc)
Elle .... ...... des escaliers
A
a tombé
B
a tombée
C
est tombé
D
est tombée

Slide 37 - Quiz

Schrijfvaardigheid

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Opdracht

Werk de mail uit.Stuur je opdracht naar Maae@stanislascollege.nl

Slide 43 - Slide

Bonnes Vacances !

Slide 44 - Slide