Goed gebekt deel 2, taak 5

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Goed gebekt deel 2, taak 5

Wat betekenen de moeilijke woorden?

Iemand incidenteel zien

1. vaak
2. af en toe
3. onverwachts
4. regelmatig

Recentelijk ontving ik nog een brief van haar

1. vroeger
2. vervolgens
3. onlangs
4. gisteren

Ik wil mij daarvan distantiëren

1. afstand nemen
2. op de hoogte stellen
3. niet laten weerhouden

De relevante gegevens ontbreken

1. van belang zijnde
2. onbelangrijke
3. feitelijke
4. onderzochte

Een plenaire vergadering houden

1. voltallige (voor iedereen)
2. belangrijke
3. grote
4. kleine

Uitdrukkingen+lichaamsdelen

Vul het juiste lichaamsdeel in

Iemand naar de ..... praten

1. ogen
2. oren
3. lever
4. mond

Zwaar op de ..... liggen

1. lever
2. maag
3. buik

De ..... lichten

1. hielen
2. benen
3. armen

Iemand op de ..... zitten

1. huid
2. lever
3. hart
4. mond

Een ..... onder de riem steken

1. long
2. maag
3. lever
4. hart

Uitdrukkingen met voorzetsels

Vul het juiste voorzetsel in

Je ..... de zaak neerleggen

1. naast
2. over
3. tegen
4. bij

Je moet je toeleggen ..... iets creatiefs

1. aan
2. in
3. op

Zij blijven ..... gebreke

1. uit
2. in
3. bij
4. aan

Dit beantwoordt ..... de verwachtingen

1. aan
2. in
3. tot
4. voor

Inzage ..... de gegevens hebben

1. over
2. in
3. van
4. met