What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Quiz tekstverbanden en signaalwoorden
Quiz
1 / 33
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
This lesson contains
33 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Quiz
Slide 1 - Slide
Ook wordt er geen beveiligde verbinding gebruikt tijdens het bestellen.
' Ook' is een
A
redengevend signaalwoord
B
opsommend signaalwoord
C
tegenstellend signaalwoord
D
oorzakelijk signaalwoord
Slide 2 - Quiz
Signaalwoord: daarnaast
Tekstverband?
A
tijdsvolgorde
B
opsomming
C
tegenstelling
Slide 3 - Quiz
Signaalwoord: toen
Tekstverband?
A
tijdsvolgorde
B
opsomming
C
tegenstelling
Slide 4 - Quiz
Wat is het signaalwoord + tekstverband?
Opruimen is niet mijn sterkste kant. Rotzooi maken kan ik daarentegen wel goed.
A
Rotzooi is signaalwoord voor opsomming.
B
Grote is signaalwoord voor toelichting.
C
Daarentegen is signaalwoord voor tegenstelling.
D
Goed is signaalwoord voor voorbeeld.
Slide 5 - Quiz
Welk woord is geen signaalwoord?
A
Bovendien
B
Daarnaast
C
Terwijl
D
Zijn
Slide 6 - Quiz
Het bestelproces wijkt dus af van de echte procedure van de Dixons-site, maar oogt desondanks geloofwaardig. 'maar' is een
A
redengevend signaalwoord
B
opsommend signaalwoord
C
tegenstellend signaalwoord
D
oorzakelijk signaalwoord
Slide 7 - Quiz
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'en'?
A
voorbeeld
B
opsomming
C
reden
D
middel-doel
Slide 8 - Quiz
Naar school neem ik meerdere dingen mee, zoals een schoolpas, pennen en schriften.
'Zoals' is het signaalwoord voor .......
A
Opsomming
B
Voorbeeld
C
Oorzaak-gevolg
D
Voorwaarde
Slide 9 - Quiz
Doordat de trein was vertraagd, kwam ik te laat op school.
'Doordat' is het signaalwoord voor ......
A
Oorzaak-gevolg
B
Doel-middel
C
Opsomming
D
Tegenstelling
Slide 10 - Quiz
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'om ... te'?
A
voorbeeld
B
opsomming
C
reden
D
middel-doel
Slide 11 - Quiz
Bij welk tekstverband horen de volgende signaalwoorden?
'dus', 'dan ook', 'de slotsom is'
A
concluderend
B
oorzaak-gevolg
C
opsommend
D
redengevend
Slide 12 - Quiz
'Denk aan', 'zo' en 'zoals' zijn signaalwoorden voor een.......
A
Opsomming
B
Toelichting
C
Conclusie
D
Tegenstelling
Slide 13 - Quiz
Bij welk tekstverband horen de volgende signaalwoorden?
'als', 'indien', 'mits'
A
concluderend
B
samenvattend
C
opsommend
D
voorwaarde
Slide 14 - Quiz
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'daarmee'?
A
voorbeeld
B
opsomming
C
reden
D
middel-doel
Slide 15 - Quiz
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'zo'?
A
voorbeeld
B
opsomming
C
reden
D
middel-doel
Slide 16 - Quiz
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'bovendien'?
A
voorbeeld
B
opsomming
C
reden
D
middel-doel
Slide 17 - Quiz
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'want'?
A
voorbeeld
B
opsomming
C
reden
D
middel-doel
Slide 18 - Quiz
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'daarom'?
A
voorbeeld
B
opsomming
C
reden
D
middel-doel
Slide 19 - Quiz
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'daardoor'?
A
tegenstelling
B
oorzaak-gevolg
C
voorwaarde
D
conclusie
Slide 20 - Quiz
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'dus'?
A
tegenstelling
B
oorzaak-gevolg
C
voorwaarde
D
conclusie
Slide 21 - Quiz
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'echter'?
A
tegenstelling
B
oorzaak-gevolg
C
voorwaarde
D
conclusie
Slide 22 - Quiz
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'tot slot'?
A
opsomming
B
oorzaak-gevolg
C
reden
D
voorwaarde
Slide 23 - Quiz
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'omdat'?
A
tegenstelling
B
oorzaak-gevolg
C
reden
D
middel-doel
Slide 24 - Quiz
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'toch'?
A
tegenstelling
B
oorzaak-gevolg
C
reden
D
middel-doel
Slide 25 - Quiz
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'om'?
A
tegenstelling
B
oorzaak-gevolg
C
reden
D
middel-doel
Slide 26 - Quiz
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'mits'?
A
opsomming
B
oorzaak-gevolg
C
reden
D
voorwaarde
Slide 27 - Quiz
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'vervolgens'?
A
opsomming
B
oorzaak-gevolg
C
tijdsvolgorde
D
voorwaarde
Slide 28 - Quiz
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'immers'?
A
voorbeeld
B
opsomming
C
reden
D
middel-doel
Slide 29 - Quiz
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'al met al'?
A
tegenstelling
B
oorzaak-gevolg
C
voorwaarde
D
conclusie
Slide 30 - Quiz
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'indien'?
A
tegenstelling
B
oorzaak-gevolg
C
voorwaarde
D
conclusie
Slide 31 - Quiz
Mijn moeder wil dat ik ontbijt, daarom zet zij boterhammen voor mij klaar.
Welk tekstverband herken je?
A
tegenstelling
B
opsomming
C
middel-doel
D
reden
Slide 32 - Quiz
Het is goed om leerstof vaak te herhalen.
Welk tekstverband herken je?
A
tegenstelling
B
opsomming
C
middel-doel
D
reden
Slide 33 - Quiz
More lessons like this
Quiz tekstverbanden en signaalwoorden
1 day ago
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
Quiz tekstverbanden
December 2024
- Lesson with
51 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
Quiz tekstverbanden
October 2024
- Lesson with
40 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
klas 3 Leesvaardigheid
November 2022
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
231012 A3C leesvaardigheid signaalwoorden en tekststructuren
October 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Oefenen toetsweek 1 - Leesvaardigheid
November 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
4T - Woordenschat H4
December 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Leesvaardigheid_tekstverbanden_3F
March 2024
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4