Hoofdstuk 3, t/m opdracht 5

Nederlands
1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vorige les
Weet je nog wat we de vorige les hebben gedaan? 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions


Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Welk signaalwoord geeft een opsomming?
Soms zijn er meerdere signaalwoorden.

We moeten onze boottickets reserveren om vervolgens een hotel te kunnen kiezen voor de overnachting.
A
reserveren
B
vervolgens
C
kunnen kiezen

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Welk signaalwoord geeft een opsomming?
Soms zijn er meerdere signaalwoorden.

We gaan die lange wandeling niet maken: ten eerste ben ik te moe van de reis en ten tweede is het pad door de regen in een modderpoel veranderd.
A
ten eerste en ten tweede
B
maken: door
C
gaan maken is veranderd

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Welk signaalwoord geeft een opsomming?
Soms zijn er meerdere signaalwoorden.

De zeilboten zijn makkelijk te besturen en gaan bovendien razendsnel.
A
makkelijk bovendien
B
gaan razendsnel
C
en bovendien

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent het woord weerstand?

Slide 10 - Open question

Verzet / als je je ergens tegen verzet.
Wat betekent het woord autodidact?

Slide 11 - Open question

Iemand die dingen zelf geleerd heeft, zonder dat hij/zij daar les in heeft
gehad.