Hoofdstuk 3, t/m opdracht 4

Nederlands
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands

Slide 1 - Slide

Vorige les
Weet je nog wat we de vorige les hebben gedaan? 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Maak van de losse woorden de juiste samenstelling:

koning | paar

Slide 4 - Open question

Maak van de losse woorden de juiste samenstelling:

liefde | verklaring

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide


Slide 7 - Open question

Welk signaalwoord geeft een opsomming?
Soms zijn er meerdere signaalwoorden.

We moeten onze boottickets reserveren om vervolgens een hotel te kunnen kiezen voor de overnachting.
A
reserveren
B
vervolgens
C
kunnen kiezen

Slide 8 - Quiz

Welk signaalwoord geeft een opsomming?
Soms zijn er meerdere signaalwoorden.

We gaan die lange wandeling niet maken: ten eerste ben ik te moe van de reis en ten tweede is het pad door de regen in een modderpoel veranderd.
A
ten eerste en ten tweede
B
maken: door
C
gaan maken is veranderd

Slide 9 - Quiz

Welk signaalwoord geeft een opsomming?
Soms zijn er meerdere signaalwoorden.

De zeilboten zijn makkelijk te besturen en gaan bovendien razendsnel.
A
makkelijk bovendien
B
gaan razendsnel
C
en bovendien

Slide 10 - Quiz