Blok 1 Over taal

Blok 1    over taal
Boek blz. 31 t/m 36
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Blok 1    over taal
Boek blz. 31 t/m 36

Slide 1 - Slide

lesdoelen
                  Aan het einde van deze les
heb je zelf een leerblad gemaakt met de woorden van opdracht 1 en 3.
kun je werken met het stappenplan 'moeilijke woorden'.
ken je heb begrip synoniemen en kun je voorbeelden geven.
weet je dat je je taalgebruik aanpast aan de situatie en aan het publiek.

Slide 2 - Slide

Vaardigheden (deze kun je gebruiken voor je portfolio)
samenwerken
plannen en organiseren
kritisch zijn op het werk van anderen en jezelf
gebruik maken van digitale middelen w.o. 'pages'


Slide 3 - Slide

samenwerkingsopdracht 
Deze les werk je samen aan opdracht 1 t/m 4 
(Dat mag digitaal, maar ook in je schrift).

Wat niet af is, wordt huiswerk.

Slide 4 - Slide

samenwerkingsopdracht 
Deze les werk je samen aan opdracht 1 t/m 4 (Dat mag digitaal, maar ook in je schrift).

De eindopdracht bestaat uit een leerblad m.b.t. opdr. 1 en 3
Je schrijft zowel het moeilijke woord als de betekenis op.
Maak deze opdracht in pages en deel deze opdracht met je docent zodat de opdracht nagekeken kan worden.
Wat niet af is, wordt huiswerk.

Slide 5 - Slide

theorie
Samen bekijken / bespreken het stappenplan moeilijke woorden. (blz. 33)

Slide 6 - Slide

Een verpletterend aanzoek
Een man wilde zijn vriendin verrassen met een spectaculair huwelijksaanzoek.Hij bedacht een opvallende en spannende om haar te vragen met hem te trouwen en huurde een hoogwerker. Met hoogspannen verwachtingen ging hij omhoog. Het ging alleen niet helemaal zoals gepland. De kraan ging om en viel dwars door het dak van de achterburen heen. Het maakte zijn vriendin niets uit. Dolgelukkig zei ze ja. Hopelijk vragen de buren geen hoge schadevergoeding. 
spectaculair: lees terug of kijk verderop in de tekst.
hoogwerker: kijk naar bekende stukjes in het woord. (hoog / werken)
hooggespannen: vraag de betekenis of zoek de betekenis op
gepland: kijk naar bekende stukjes (plan) of zoek de betekenis op.
schadevergoeding: kijk naar bekende stukjes in het woord (schade / vergoeden)

Slide 7 - Slide

Andere woorden voor LACHEN zijn:

Slide 8 - Mind map

theorie
Synoniemen: woorden die hetzelfde betekenen. Het gebruik van synoniemen maakt een tekst leuker. Ze betekenen niet precies hetzelfde. (lopen / wandelen / slenteren)
(rennen / hardlopen / joggen)


Slide 9 - Slide

opdracht 7 vraag 1
Het synoniem van verhelpen =

Slide 10 - Mind map

opdracht 7 vraag 2
Het synoniem van besteden =

Slide 11 - Mind map

opdracht 7 vraag 3
Het synoniem van verhinderen =

Slide 12 - Mind map

opdracht 7 vraag 4
Het synoniem van getroffen =

Slide 13 - Mind map

opdracht 7 vraag 4
Het synoniem van hebben behoefte aan =

Slide 14 - Mind map

opdracht 7 vraag 5
Het synoniem van gearresteerd =

Slide 15 - Mind map

opdracht 7 vraag 7
Het synoniem van aanvaard =

Slide 16 - Mind map

opdracht 7 vraag 7
Het synoniem van kondigde aan =

Slide 17 - Mind map

opdracht 7 vraag 8
Het synoniem van stijgen =

Slide 18 - Mind map

eindopdracht / samenwerkingsopdracht 

De eindopdracht bestaat uit het maken van een leerblad m.b.t. opdr. 1, 3 en 7. Ook de moeilijke woorden die staan op blz. 12 (onder het verhaal bij fictie)
Je schrijft zowel het moeilijke woord als de betekenis op.
Maak deze opdracht in Word en deel deze opdracht met je docent zodat de opdracht nagekeken en beoordeeld kan worden. Zorg voor een duidelijk / overzichtelijk leerblad.
Wat niet af is, wordt huiswerk.

Slide 19 - Slide

taalgebruik: beleefd / onbeleefd
Lezen  / bespreken van de theorie op blz. 36
Nu volgen de schrijfopdrachten, maak deze digitaal.
Let op: jullie werk wordtgeprojecteerd op het bord zodat we het kunnen bespreken.

Slide 20 - Slide

zelfstandig werken / alleen werken

Onderdeel OVER TAAL: opdr. 9 en 10 
Ga daarna naar: het onderdeel SCHRIJVEN en maak opdracht 1 vanaf theorie tot aan 1.4 
Let op beleefd taalgebruik!


Slide 21 - Slide

Huiswerk
             Inleveropdrachten:
  1. leerblad n.a.v. opdr. 1,3, 7 en moeilijke woorden op blz. 12
  2. schrijfopdrachten:    (digitaal)                                                                                               OVER TAAL: opdr. 9 en 10  
                                      SCHRIJVEN  opdracht 1 helemaal 

Slide 22 - Slide

Evaluatie
  1.    Ik vond deze les ....... en het was wel / niet wat ik ervan verwacht had. 

2)   Tips en Tops.......

3)   Heb je gewerkt aan een van jouw doelen? (Onenote? )

Slide 23 - Slide