Blok 1 Over taal opdr 5-10 (SLR)

Blok 1    over taal
boek blz 33 tm 36

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Blok 1    over taal
boek blz 33 tm 36

Slide 1 - Slide

lesdoelen
Aan het einde van deze les

- kun je werken met het stappenplan 'moeilijke woorden'.
- ken je heb begrip synoniemen en kun je voorbeelden geven.
- weet je dat je je taalgebruik aanpast aan de situatie en aan het publiek.

Slide 2 - Slide

Antoonroute

Deze les kun je gebruiken voor je Antoonroute! 
Je kan hem gebruiken bij 
'zelfstandig lezen' 
* vergroten woordenschat * vergroten vaktaalwoorden * 


Slide 3 - Slide

theorie
Samen bekijken / bespreken het stappenplan moeilijke woorden. (blz. 33)

(stappenplan op volgende slide) 

Slide 4 - Slide

Stappenplan moeilijke woorden

Slide 5 - Slide

opdracht 5 
In de volgende slide vind je de tekst van opdracht 5 van blz 33/34 van je boek. 

We gaan samen kijken hoe je deze opdracht in je schrift moet maken. 

Slide 6 - Slide

Een verpletterend aanzoek
Een man wilde zijn vriendin verrassen met een spectaculair huwelijksaanzoek. Hij bedacht een opvallende en spannende om haar te vragen met hem te trouwen en huurde een hoogwerker. Met hoogspannen verwachtingen ging hij omhoog. Het ging alleen niet helemaal zoals gepland. De kraan ging om en viel dwars door het dak van de achterburen heen. Het maakte zijn vriendin niets uit. Dolgelukkig zei ze ja. Hopelijk vragen de buren geen hoge schadevergoeding. 
spectaculair: lees terug of kijk verderop in de tekst.
hoogwerker: kijk naar bekende stukjes in het woord. (hoog / werken)
hooggespannen: vraag de betekenis of zoek de betekenis op
gepland: kijk naar bekende stukjes (plan) of zoek de betekenis op.
schadevergoeding: kijk naar bekende stukjes in het woord (schade / vergoeden)

Slide 7 - Slide

Synoniemen:
Synoniemen zijn woorden die hetzelfde betekenen. 
Het gebruik van synoniemen maakt een tekst leuker. 

De woorden betekenen niet precies hetzelfde.
(lopen / wandelen / slenteren)
(rennen / hardlopen / joggen)



Slide 8 - Slide

een synoniem voor lachen:

Slide 9 - Mind map

taalgebruik: beleefd / onbeleefd
Het taalgebruik wat je bij je vrienden gebruikt, is anders dan taalgebruik wat je bij volwassenen gebruikt. 
Soms is het onbeleefd om dezelfde taal tegen volwassenen te gebruiken, dan tegen je vrienden. 


Slide 10 - Slide

Huiswerk
 Check of het SO 'over taal' in je agenda staat.
- Maak opdracht 5 tm 10
blz 33 tm 36

Slide 11 - Slide

Evaluatie
  1.    Ik vond deze les ....... en het was wel / niet wat ik ervan verwacht had. 

2)   Tips en Tops.......

3)   Heb je gewerkt aan een van jouw doelen? (Onenote? )

Slide 12 - Slide