This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Blok 1 over taal
33 tm 36
opdrachten 5 tm 10
Slide 1 - Slide
lesdoelen
Aan het einde van deze les
kun je werken met het stappenplan 'moeilijke woorden'.
ken je heb begrip synoniemen en kun je voorbeelden geven.
weet je dat je je taalgebruik aanpast aan de situatie en aan het publiek.
Slide 2 - Slide
theorie
Samen bekijken / bespreken het stappenplan moeilijke woorden. (blz. 33)
Slide 3 - Slide
Een verpletterend aanzoek
Een man wilde zijn vriendin verrassen met een spectaculair huwelijksaanzoek.Hij bedacht een opvallende en spannende om haar te vragen met hem te trouwen en huurde een hoogwerker. Met hoogspannen verwachtingen ging hij omhoog. Het ging alleen niet helemaal zoals gepland. De kraan ging om en viel dwars door het dak van de achterburen heen. Het maakte zijn vriendin niets uit. Dolgelukkig zei ze ja. Hopelijk vragen de buren geen hoge schadevergoeding.
spectaculair: lees terug of kijk verderop in de tekst.
hoogwerker: kijk naar bekende stukjes in het woord. (hoog / werken)
hooggespannen: vraag de betekenis of zoek de betekenis op
gepland: kijk naar bekende stukjes (plan) of zoek de betekenis op.
schadevergoeding: kijk naar bekende stukjes in het woord (schade / vergoeden)
Slide 4 - Slide
Synoniemen:
synoniemen zijn woorden die hetzelfde betekenen.
Het gebruik van synoniemen maakt een tekst leuker.
De woorden betekenen niet precies hetzelfde.
(lopen / wandelen / slenteren)
(rennen / hardlopen / joggen)
Slide 5 - Slide
een synoniem voor lachen:
Slide 6 - Mind map
taalgebruik: beleefd / onbeleefd
Het taalgebruik wat je bij je vrienden gebruikt, is anders dan taalgebruik wat je bij volwassenen gebruikt.
Soms is het onbeleefd om dezelfde taal tegen volwassenen te gebruiken, dan tegen je vrienden.
Slide 7 - Slide
zelfstandig werken / alleen werken
Slide 8 - Slide
Huiswerk
Maak opdracht 5 tm 10
blz 33 tm 36
Slide 9 - Slide
Evaluatie
Ik vond deze les ....... en het was wel / niet wat ik ervan verwacht had.
2) Tips en Tops.......
3) Heb je gewerkt aan een van jouw doelen? (Onenote? )