Kennis test van een stroomkring

Basis begrippen elektriciteit
Stroomsterkte, Spanning en Weerstand
1 / 11
next
Slide 1: Slide
ElektrotechniekMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 5 min

Items in this lesson

Basis begrippen elektriciteit
Stroomsterkte, Spanning en Weerstand

Slide 1 - Slide

Stroomsterkte en Spanning bij Serie en Parallel
Wat is dat?
Stroomsterkte en Spanning in een serie- en parallelschakeling.
We bekijken eerst hoe de stroom en spanning werkt in een
serieschakeling en een parallelschakeling
Eenheid van stroom = Ampere (I)
Eenheid van spanning = Volt (V)
Belangrijk om te weten:

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Elektrische stroom: Elektrische stroom is de beweging van elektrische ladingen, zoals elektronen, door een geleidend materiaal, zoals een draad. De eenheid van elektrische stroom is de ampère (A).

Spanning: Spanning, ook bekend als elektrische potentiaalverschil, is de kracht die de elektrische ladingen aandrijft om te bewegen. De eenheid van spanning is de volt (V).
Weerstand: Weerstand is de eigenschap van een materiaal om de beweging van elektrische ladingen te belemmeren. De eenheid van weerstand is de ohm (Ω).

Samenvatting:

Serieschakeling: 
De stroomsterkte is in elk onderdeel van de stroomkring even groot
- De spanning die de stroombron levert verdeeld zich over de onderdelen in de stroomkring.
 

Parallelschakeling: 
De som van de verschillende stroomsterktes in de verschillende onderdelen geeft de totale stroomsterkte van de stroombron.
- De spanning over elke parallel deel in de schakeling is gelijk aan de spanning van de spanningsbron. 

Serieschakeling
Parallelschakeling

Slide 4 - Slide

Testvraag!
 
We gaan nu controleren of je de les begrepen hebt aan de hand van een opdracht.

Hiervoor moet je eerst inloggen. 
Dit doen we op de volgende pagina.

Succes!

Slide 5 - Slide

Opdracht 1: 

Je ziet hiernaast een parallelschakeling.
 
Zet de juiste waardes van stroom (I) bij 
A, B, C en D.
I=1,0 A
I=0,5 A
I=1,5 A
I=2,5 A

Slide 6 - Drag question

Goed gedaan.
 
We gaan nu bekijken wat weerstand betekent.

Slide 7 - Slide

Weerstand 
In iedere elektrische schakeling kost het de elektronen energie om er doorheen te bewegen. De hoeveelheid energie dat dit kost wordt de weerstand genoemd. 

Hoe lager de weerstand is, hoe makkelijker de elektronen door de geleider kunnen bewegen en dus hoe hoger de stroom is. Deze grote van de weerstand bepaald dus hoeveel stroom en door het onderdeel gaat. 

Stelregel bij weerstand:
Hoe groter de weerstand, hoe kleiner de stroom.
Hoe kleiner de weerstand, hoe groter de stroom.

Slide 8 - Slide

Testvraag!
 
We gaan nu controleren of je de lesstof begrepen hebt.

Maak nu opgave 2 op de volgende pagina.

Succes!

Slide 9 - Slide

Opdracht 2: 

Bekijk de parallelschakeling hiernaast. 

Welke lamp heeft de laagste weerstand?


Plaats hier het juist antwoord
Lamp A
Lamp B
Lamp C
Lamp D

Slide 10 - Drag question

Goed gedaan.
 
In de volgende les gaan we verder in op de basisbegrippen van een stroomkring.

Dank voor je aandacht!

Slide 11 - Slide