MCAWIS lj2 dt1 week 2 les 1

Wiskunde
1 / 29
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wiskunde

Slide 1 - Slide

Programma
1. Herhalen voorkennis
2. Vermenigvuldigen en delen
3. Kwadrateren
4. Oefenen
5. Afsluiten
Doelen:
Je kunt vermenigvuldigen en delen en kwadrateren met negatieve getallen.
Begrippen:
- geen

Slide 2 - Slide

Voorkennis
- Waarde van cijfers
- Begrippen: som en verschil
- Rekenvolgorde
- Negatieve getallen plaatsen
- Groter dan en kleiner dan met positieve en negatieve getallen
- Optellen en aftrekken met positieve en negatieve getallen
- Afronden van decimalen

Slide 3 - Slide

Waarde
Bij het getal 325 880 is de
waarde van het cijfer:
3
5
8

Slide 4 - Slide

Waarde
Bij het getal 325 880 is de 
 waarde van het cijfer :
3 -> 3 honderdduizendtallen
de waarde van 3 = 300 000
2-> 2 tienduizendtallen
         
             de waarde van 2 = 20 000  
5 -> ?
  

Slide 5 - Slide

Wat is de som van 5 en 31?

Slide 6 - Open question

Wat is het verschil van 5 en 31?

Slide 7 - Open question

Som en verschil


6+35=41
99-33=66
verschil
41 is de som van
de factoren 6 en 35
66 is het verschil van
de factoren 99 en 33

Slide 8 - Slide

Rekenvolgorde

Hoe 
Moeten Wij 
Van Die    x
Onvoldoendes Afkomen
()
x4
:
+

Slide 9 - Slide

Groter dan of 
gelijk aan

6 ≥ 2
Kleiner dan of 
gelijk aan

3 ≤ 8

Slide 10 - Slide

Noteer de eerste tussenstap
(6 - 11 x 2) + 7 x 2 =

Slide 11 - Open question

Wat komt op de puntjes?
15 ... 3
A
<
B
>

Slide 12 - Quiz

Wat komt op de puntjes?
-15 ... -3
A
<
B
>

Slide 13 - Quiz

- 7 + - 2 =

Slide 14 - Open question

Vul in op de puntjes:
- 3 - ...... = - 2

Slide 15 - Open question

2. Vermenigvuldigen en delen

 2 x 3 = 
 2 x -3 = 
 -2 x 3 = 
 -2 x -3 = 

Slide 16 - Slide

2. Vermenigvuldigen en delen

 2 x 3 = 
 2 x -3 = 
 -2 x 3 = 
 -2 x -3 = 
6
-6
-6
6

Slide 17 - Slide


Vermenigvuldigen

 + x + = +
 + x - = -
 - x + = -
 - x - = +

Delen

 + : + = +
 + : - = -
 - : + = -
 - : - = +

Slide 18 - Slide

-4 x 9 =
A
36
B
-36

Slide 19 - Quiz

4 x -9 =
A
36
B
-36

Slide 20 - Quiz

36 : 4 =
A
9
B
-9

Slide 21 - Quiz

- 36 : - 4 =
A
9
B
-9

Slide 22 - Quiz

3. Kwadraten

Slide 23 - Slide

Wat is 'kwadrateren'?

Slide 24 - Open question

3. Kwadraten
Kwadrateren: Getal keer zichzelf
Dit kun je met alle getallen doen.

Let op:
82 =                   
-82
(-8)2 = 

Slide 25 - Slide

3. Kwadraten
Kwadrateren: Getal keer zichzelf
Dit kun je met alle getallen doen.

Let op:
82 =  8 x 8 = 64                 
-82 = -8 x 8 = -64
(-8)2 = -8 x -8 = 64
Negatief getal in het kwadraat? HAAKJES!!

Slide 26 - Slide

3. Oefenen
1.1: Kies route, overslaan 4, 7, 9
1.2: kies route, overslaan 16, 18
timer
10:00
Vraag?
1. Boek/Bronnen It's/etc
2. Stel je vraag als docent bij je tafel staat 
   --> wachten? ga door met de volgende opdracht

Slide 27 - Slide

3. Oefenen
1.1: Kies route, overslaan 4, 7, 9
1.2: kies route, overslaan 16, 18
timer
10:00
Vraag?
1. Boek/Bronnen It's/etc
2. Overleg met je buur
3. Stel je vraag als docent bij je tafel staat 
   --> wachten? ga door met de volgende opdracht

Slide 28 - Slide

4. Samen afsluiten
Doelen:
Je kunt vermenigvuldigen en delen en kwadrateren met negatieve getallen.
Begrippen:
- geen
Agenda: 
paragraaf 1.1 & 1.2
af, nagekeken, verbeterd, vragen?

Slide 29 - Slide