BK2 Thema 2 Voeding en vertering

Thema 2 Voeding en vertering
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Thema 2 Voeding en vertering

Slide 1 - Slide

Waar denk je dat dit hoofdstuk
over gaat?

Slide 2 - Mind map

Ken je beroepen die met
voeding en vertering
te maken hebben?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

BS 1 Voedingsmiddelen

Slide 5 - Slide

Leerdoelen BS 1
Je kunt de functies van voedingsstoffen noemen in voedingsmiddelen

Je kunt de functies van voedingsvezels noemen in voedingsmiddelen

Slide 6 - Slide

Voedingsmiddelen
In voedsel zitten de stoffen die je lichaam nodig heeft. 

Dingen die je eet en drinkt, noem je voedingsmiddelen. Er zijn plantaardige voedingsmiddelen en dierlijke voedingsmiddelen.


Slide 7 - Slide

Demonstratie

Slide 8 - Slide

Wat zijn voedingsmiddelen?
A
Gezond leren eten
B
Middelen om voeding te maken
C
Alles wat we eten
D
Alles wat we eten en drinken

Slide 9 - Quiz

Wat is een plantaardig voedingsmiddel?
A
Alle voedingsmiddelen dat van planten is gemaakt
B
Alle voedingsmiddelen dat van dieren is gemaakt
C
alles wat je eet
D
alles wat je eet of drinkt

Slide 10 - Quiz

Wat zijn dierlijke voedingsmiddelen?
A
Noten
B
Melk
C
Brood
D
Kipfilet

Slide 11 - Quiz

Voedingsstoffen
Door te eten en te drinken krijg je de voedingsstoffen binnen die je lichaam nodig heeft voor energie en om te groeien en te herstellen. Verschillende voedingsstoffen hebben vier functies
brandstof
bouwstof
reservestof 
beschermende stof.

Slide 12 - Slide

Brandstoffen
Brandstoffen leveren energie
In elke cel van je lichaam vindt verbranding plaats, hiervoor heb je brandstof nodig

Alle organen in je lichaam hebben energie nodig om te kunnen werken
Ook je temp. moet constant blijven, hiervoor is ook energie nodig
En energie is nodig voor groei, ontwikkeling en herstel bij beschadiging en wonden

Slide 13 - Slide

Bouwstoffen
bouwstof:

- om nieuwe cellen en weefsels te maken, heb je bouwstoffen nodig (bv. bij een wondje of als je groeit)

- nodig bij de opbouw van je lichaam


Slide 14 - Slide

Reserve stoffen
Reservestoffen zijn stoffen die je lichaam niet meteen nodig heeft. Ze worden opgeslagen in je lichaam. Later kan je lichaam ze gebruiken als bouwstof of brandstof.

Slide 15 - Slide

Beschermende stoffen
Om gezond te blijven, heb je beschermende stoffen nodig.
Beschermende stoffen zorgen ervoor dat je niet ziek wordt.

Slide 16 - Slide

Combineer de functies van voedingsstoffen met de juiste omschrijving. 
Brandstoffen
Bouwstoffen
Reservestoffen
Beschermende stoffen
Zorgen ervoor dat je niet ziek wordt
Niet direct nodig, worden opgeslagen in lichaam
Leveren energie, nodig voor verbranding
Nodig voor groei, ontwikkeling en herstel bij schade, om nieuwe cellen en weefsels te maken

Slide 17 - Drag question

Voedingsvezel (= geen voedingsstof!)

Slide 18 - Slide

Voedingsvezels
  • Verzamelnaam voor stoffen uit planten die niet kunnen verteren.
  • Zitten vooral in groenten en fruit, aardappelen, volkorenbrood, peulvruchten, noten, ontbijtgranen.
  • Zorgen voor een vol gevoel
  • Is nodig voor een goede darmwerking

Slide 19 - Slide

Waar zijn voedingsvezels belangrijk voor?
A
voor de smaak
B
voor het kauwen
C
voor de darmen
D
voor het slikken

Slide 20 - Quiz

Waar zitten meer voedingsvezels in?
A
dierlijke voedingsmiddelen
B
plantaardige voedingsmiddelen

Slide 21 - Quiz

Kader:
Lezen BS 1 en maken opdrachten 1 t/m 3, 7, 8

Basis:
Lezen BS 1 en maken opdrachten  1, 2 ,5, 6, 7+

Slide 22 - Slide