H6 schakelingen samenvatting

Hoofdstuk 6 schakelingen
samenvatting
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 6 schakelingen
samenvatting

Slide 1 - Slide

De weerstand berekenen.

Slide 2 - Slide

Een weerstand

Hier staat een voorbeeld van een weerstand.

Let op de ringen. Deze weerstand heeft vier ringen, er zijn ook weerstanden met vijf ringen.

De ringen hebben een betekenis welke een

codering is voor de grootte van de weerstand.


We hebben ring 1, 2 (en soms 3)

Daarnaast ring A en B

Slide 3 - Slide

Weerstanden
Zo nu gaan we echt aan iets nieuws beginnen: weerstand. 
Maar wat is weerstand eigenlijk?

De weerstand geeft aan hoe moeilijk de elektrische stroom door een stroomkring (of apparaat) gaat.
Hoe hoeger de weerstand, des te moeilijker de stroom er door heen gaat.


Slide 4 - Slide

Hier zie je kleuren van de ringen

Slide 5 - Slide

Input - proces - output
Input: SENSOR
produceert een elektrisch signaal dat informatie geeft over zijn omgeving
Proces: VERWERKER
verwerkt het signaal van sensor en geeft info aan actuator
Output: ACTUATOR
onderneemt actie/doet iets

Slide 6 - Slide

SENSOR

Slide 7 - Slide

LDR
LICHTSENSOR (lichtgevoelige sensor)

weinig/geen licht -> hoge weerstand (R) -> houdt de stroom tegen(I)

(veel) licht -> kleine weerstand (R) -> laat de stroom door(I)

Slide 8 - Slide

NTC
TEMPERATUURSENSOR (temperatuurgevoelige weerstand)

Hoge temperatuur -> lage weerstand -> veel stroom

Lage temperatuur -> hoge weerstand -> weinig stroom

Slide 9 - Slide

Automatische
Schakelingen met een NTC?

Slide 10 - Slide

Hoofdstuk 6.3
Het relais

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Transistor

Slide 13 - Slide

Reedcontact
- Magnetische schakelaar
- Schakelaar sluit als er een magneet in de buurt van het reedcontact is
- Toepassingen: alarmsysteem, kilometerteller van een fiets

Slide 14 - Slide

Wat is een relais?
A
Een elektrische schakelaar
B
Een magnetische schakelaar
C
Een lichtschakelaar
D
Een drukschakelaar

Slide 15 - Quiz

Wanneer loopt er een stroom door een reedcontact (uiteraard in een verder gesloten schakelaar)?
A
Als er een lampje in de schakeling is opgenomen
B
Als er een weerstand in de schakeling is opgenomen
C
Als een magneet zich bevindt in de buurt van een reedcontact
D
Als een stukje ijzer zich bevindt in de buurt van een reedcontact

Slide 16 - Quiz

Hoe loopt de hoofdstroom in een transistor?
A
Van emitter naar collector
B
Van emitter naar basis
C
Van basis naar collector
D
Van collector naar emitter

Slide 17 - Quiz

Je ziet in de afbeelding het symbool van een ......
A
NTC
B
PTC
C
LDR
D
LED

Slide 18 - Quiz

Spanning is 230 Volt en de stroom is 10 Ampere.
Wat is de weerstand van het apparaat?
A
2,3 ohm
B
2300 ohm
C
23 ohm
D
0,04 ohm

Slide 19 - Quiz

Maken en nakijken in de les: 
Opgaven: 36 t/m 45

Slide 20 - Slide