havo4 - bedrijf starten H4 begrotingen

Liquiditeitsbegroting?
1 / 18
next
Slide 1: Mind map
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Liquiditeitsbegroting?

Slide 1 - Mind map

Agenda
  • Liquiditeitsbegroting + resultatenbegroting
  • Ruimte voor vragen & extra uitleg

Lesdoel:
- Je kunt vertellen wat de liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting is.
- Je weet het verschil tussen de liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Op 1 januari wordt de factuur voor de website van €1.452 inclusief btw vooruitbetaald voor het hele jaar.
Op welke overzicht over januari komt dit voor?
A
Liquiditeitsbegroting
B
Resultatenbegroting
C
Beide overzichten

Slide 5 - Quiz

Op welke overzicht over januari komt dit voor?
Op 1 januari wordt de factuur voor de website van €1.452 inclusief btw vooruitbetaald voor het hele jaar.

- Liquiditeitsbegroting januari: € 1.452 (incl btw) uitgaven (tijdstip)
- Resultatenbegroting januari: € 100 (excl btw) kosten één maand (periode)

Slide 6 - Slide

De maandelijkse afschrijvingskosten m.b.t. inventaris zullen € 1.000 bedragen in 2019.

Op welke overzicht over januari komt dit voor?
A
Liquiditeitsbegroting
B
Resultatenbegroting
C
Beide overzichten

Slide 7 - Quiz

Op welke overzicht over januari komt dit voor?
De maandelijkse afschrijvingskosten m.b.t. inventaris zullen €1.000 bedragen in 2019.


- Liquiditeitsbegroting januari: -
- Resultatenbegroting januari: € 1.000 (excl btw) kosten één maand (periode)

Slide 8 - Slide

Verkopen op rekening dienen pas over 2 maanden (krediettermijn) betaald te worden door klanten. De omzet 2019 wordt als volgt geschat:
- januari € 180.000
- februari € 200.000
- maart € 190.000

Op welke overzicht over januari komt dit voor?
A
Liquiditeitsbegroting
B
Resultatenbegroting
C
Beide overzichten

Slide 9 - Quiz

Op welke overzicht over januari komt dit voor?
Verkopen op rekening dienen pas over 2 maanden (krediettermijn) betaald te worden door klanten. De omzet 2019 wordt als volgt geschat:
- januari € 180.000
- februari € 200.000
- maart € 190.000

- Liquiditeitsbegroting januari: -
- Resultatenbegroting januari: € 180.000 (excl btw) opbrengst één maand 

Slide 10 - Slide

Op 1 januari wordt een nieuwe auto aangeschaft voor € 10.000 excl. 21% btw. De verwachting is dat de auto 5 jaar gebruikt kan worden.

Op welke overzicht over januari komt de aanschaf voor?
A
Liquiditeitsbegroting
B
Resultatenbegroting
C
Beide overzichten

Slide 11 - Quiz

Op welke overzicht over januari komt dit voor?
Op 1 januari wordt een nieuwe auto aangeschaft voor € 10.000 excl. 21% btw. De verwachting is dat de auto 5 jaar gebruikt kan worden.

- Liquiditeitsbegroting januari: € 12.100 (incl. btw) uitgaven (tijdstip)
- Resultatenbegroting januari: -

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Verschil liquiditeitsbegroting
en resultatenbegroting?

Slide 14 - Mind map

Wat is het voordeel van een onderneming met rechtspersoonlijkheid?
A
Je betaalt minder belasting
B
Je bent zelf als ondernemer niet aansprakelijk voor schulden
C
Het is makkelijker om kapitaal te verdelen
D
Door de scheiding tussen kapitaal en bestuur gaat besluitvorming beter

Slide 15 - Quiz

Wat is de beste omschrijving van vlottende activa?
A
Activa die langer dan één periode of jaar meegaan
B
Activa die minder dan één periode of jaar meegaan
C
Activa die precies één periode of jaar meegaan
D
Activa die één periode meegaat

Slide 16 - Quiz

Eenmanszaak
Besloten vennootschap
Vennootschap onder firma
Naamloze vennootschap
Vereniging
Stichting
Donateurs
Leden
1 eigenaar
2 of meer eigenaren
Vrije aandelen
'besloten' aandelen

Slide 17 - Drag question

Het verschil tussen een NV en een BV is
A
dat de eigenaar bij een nv met zijn privévermogen verantwoordelijk is voor schulden
B
dat de aandelen bij een bv voor iedereen te koop zijn en bij een nv niet
C
dat de aandelen bij een nv voor iedereen te koop zijn en bij een bv niet
D
dat de eigenaar bij een bv met zijn privévermogen verantwoordelijk is voor schulden

Slide 18 - Quiz