Kapitel 3, Lektion 4

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

                         B2F

                                Willkommen zurück!

Ziele für heute

Je kunt de uitgangen van de eerste en de vierde naamval toepassen bij woorden van de der-groep en de ein-groep. 

Je leert over de sinterklaastraditie in Duitstalige landen. 

roter Faden

1. Hausaufgaben
2. Wien
3. Der- und ein- gruppe 
4. Nikolaus  

HA: Seite 98, Aufgabe 2

HA: Seite 103, Aufgabe 9

HA: Seite 103, Aufgabe 10

roter Faden

1. Hausaufgaben
2. Wien
3. Der- und ein- gruppe 
4. Nikolaus  

Wien (Seite 101, Aufgabe 7)

Lese den Text Wien. Beantworte die Fragen.

Wien

roter Faden

1. Hausaufgaben
2. Wien
3. Der- und ein- gruppe 
4. Nikolaus  

Satzanalyse

Hast du schon mal Sachertorte gegessen?

Stap 1? 

Satzanalyse

Hast du schon mal Sachertorte gegessen?

Stap 1?   Zoek het gezegde 

Satzanalyse

Hast du schon mal Sachertorte gegessen?

Stap 1?   Zoek het gezegde. 

Stap 2?  

Satzanalyse

Hast du schon mal Sachertorte gegessen?

Stap 1?   Zoek het gezegde. 

Stap 2?  Zoek het onderwerp. Wie/Wat + gezegde? 

Satzanalyse

Hast du schon mal Sachertorte gegessen?

Stap 1?   Zoek het gezegde. 

Stap 2?  Zoek het onderwerp. Wie/Wat + gezegde? 

Stap 3? 

Satzanalyse

Hast du schon mal eine Sachertorte gegessen?

Stap 1?   Zoek het gezegde. 

Stap 2?  Zoek het onderwerp. Wie/Wat + gezegde? 

Stap 3?  Zoek het lijdend voorwerp. Wat + gezegde + onderwerp?

Satzanalyse

Hast du schon mal eine Sachertorte gegessen?

Stap 1?   Zoek het gezegde. 

Stap 2?  Zoek het onderwerp. Wie/Wat + gezegde? 

Stap 3?  Zoek het lijdend voorwerp. Wat + gezegde + onderwerp?

Die der-Gruppe und die ein-Gruppe 

Die der-Gruppe und die ein-Gruppe 

Die der-Gruppe und die ein-Gruppe 

Lina und Mara nehmen eine Torte. 

Aufgabe 12, 13 und 14

Aufgabe 12, 13 und 14

Aufgabe 12, 13 und 14

Aufgabe 12, 13 und 14

Aufgabe 15 und 16

Aufgabe 15 und 16

Aufgabe 15 und 16

roter Faden

1. Hausaufgaben
2. Wien
3. Der- und ein- gruppe 
4. Nikolaus  

Hoe heet Sinterklaas in het Duits?

1. Sanktaklaus
2. Ruprecht
3. Nikolaus
4. Sinterklaus

Waar komt Sinterklaas vandaan?

1. Spanien
2. Türkei
3. Niederlande
4. Belgien

Wat deed Sinterklaas ooit in een laars?

1. Goldstücke
2. Geld
3. Putzmittel
4. Geschenk

Hoe heet de knecht van Sinterklaas in Noord- Duitsland en hoe in Zuid-Duitsland?

1. Noord: Myra Zuid: Ruprecht
2. Noord: Krampus Zuid: Ruprecht
3. Noord: Piet Zuid: Ruprecht
4. Noord: Ruprecht Zuid: Krampus

Jullie gaan zo luisteren naar een bekend Sinterklaasliedje. Let goed op! Je krijgt er een paar vragen over. Hört gut zu...

00:17

Wat betekent: "Lasst uns froh und munter sein"?

1. Laat we vrolijk en opgewekt zijn.
2. Laat we stout en vervelend zijn.
3. Laten we gezellig en druk zijn.

00:32

Hoe heet "pakjesavond" in het Duits?

1. Geschenkabend
2. Nikolausabend
3. Nikolausnacht

Wat is een "Teller"?

1. een telraam
2. een schoen
3. een bord

Wat is het doel van de "Teller"?

1. daar leggen kinderen eten op voor Nikolaus
2. daar legt Nikolaus de cadeautjes op
3. daar legt Nikolaus eten op
4. daar leggen de kinderen hun verlanglijstje op

Op welke dag wordt Nikolaustag gevierd?

1. 4 december
2. 5 december
3. 6 december
4. 24 december

In grote delen van Duitsland heet het hulpje van Sinterklaas.............................

1. Piet
2. Samichlaus
3. Schmutzli
4. Knecht Ruprecht

der Teller

Schokolade

Mandarinen

der Nikolaus

der Sack

die Rute

das Geschenk

der Dezember

Ik kan de uitgangen van de eerste en vierde naamval toepassen bij woorden uit de der- en ein- groep.

😒🙁😐🙂😃

Ik heb geleerd hoe je sinterklaas in het Duits noemt en hoe dit wordt gevierd.

😒🙁😐🙂😃