This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
SALUT !
-Ga op je plek zitten
-Doe je jas uit
-Leg je boek op tafel
-Log in op de LessonUp
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Les objectifs
1. Aan het einde van de les kan ik een persoonsvorm en een werkwoordsvorm in het Nederlands schrijvend vertalen naar het Frans als het werkwoord in de présent of de passé composé staat.
2. Aan het einde van de les kan ik een persoonsvorm en gegeven werkwoord in het Frans of Nederlands schrijvend vervoegen in de futur proche .
Slide 3 - Slide
Le programme
-Herhaling tegenwoordige tijd & voltooid tegenwoordige tijd met oefeningen
-Spelletje
-Pauze
-Uitleg toekomende tijd
-Oefenen & nakijken
-Blooket
Slide 4 - Slide
Au travail
-Je maakt de opdracht met het schema
-En de twee opdrachten op die achterkant over de passé composé en de tegenwoordige tijd
Passé composé : p. 165
Présent : p. 165
Slide 5 - Slide
Au travail
Zie nakijkdocument
Slide 6 - Slide
Le jeu
-Met de persoon naast je
-Op je beurt gooi je drie keer je dobbelsteen: 1e keer voor de persoonsvorm, 2e keer voor het werkwoord, 3e keer de werkwoordstijd
-Je vertaalt het werkwoord en vervoegt het
-Je antwoord schrijf je op
-Je tegenspeler controleert het
-Ga net zo lang door totdat jullie beide je vel vol hebben
Slide 7 - Slide
timer
3:00
Slide 8 - Slide
De toekomende tijd: le futur proche
Aller + heel werkwoord
Je .......... (travailler) au bureau.
Je -> vais
Heel werkwoord -> travailler
Je vais travailler au bureau
Je
vais
Tu
vas
Il/ elle/ on
va
Nous
allons
Vous
Allez
Ils/ elles
vont
Slide 9 - Slide
Je ......... (danser) ce soir.
Slide 10 - Open question
Nous ....... (parler) espagnol un jour
Slide 11 - Open question
Elles ....... (demander) beaucoup de questions dans le cours
Slide 12 - Open question
Au travail
Maak de twee opdrachten over de futur proche van het werkblad