Oefentoets Grondstoffen

Oefentoets Grondstoffen
1 / 22
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Oefentoets Grondstoffen

Slide 1 - Slide

Het tijdvak burgers en stoommachines duurt van...
A
1850-1900
B
1900-1945
C
1800-1900
D
1700-1800

Slide 2 - Quiz

Tijdvak Burgers en Stoommachines
A
B
C
D

Slide 3 - Quiz

Noem een nadeel van hout als grondstof om huizen te bouwen.

Slide 4 - Open question

Wat zijn de verschillen tussen hoog en laagveen?

Slide 5 - Open question

Wat is turf?
A
Gedroogd veen wat uit de grond gehaald is
B
Het product dat je krijgt als je ijzererts verhit
C
De resten die je krijgt als je aardolie filtert
D
Wat als eerste naar bovenkomt als je aardgas boort

Slide 6 - Quiz

Noem een belangrijke reden waarom turf de vervanger werd van hout als brandstof.

Slide 7 - Open question

Welke kleur heeft de bloem van vlas?
A
Blauw
B
Groen
C
Rood
D
Wit

Slide 8 - Quiz

Voor de Industriële Revolutie was er veel huisnijverheid. Wat is huisnijverheid?
A
thuis schoonmaken
B
het maken van textiel in een fabriek
C
thuis spullen maken om te verkopen
D
het bewerken van grondstoffen in een fabriek

Slide 9 - Quiz

Lees: De stoommachine
Wie verbeterde de stoommachine ?
A
Thomas Edison
B
Thomas Watt
C
James Watt
D
James Edison

Slide 10 - Quiz

Wat was een belangrijke vestigingsplaatsfactor voor de eerste industriesteden in Engeland in de 19e eeuw?

Slide 11 - Open question

Welke uitspraak over modern imperialisme is NIET waar? Modern imperialisme..
A
..draaide uit op meer Europese samenwerking.
B
..was het streven van Europese (groot)machten naar een wereldrijk.
C
..leidde tot het stichten van koloniën in vooral Afrika en Azië.
D
..zorgde voor spanningen in Europa.

Slide 12 - Quiz

Noem twee redenen waarom Europese landen graag koloniën wilden hebben.

Slide 13 - Open question

Noem één reden waarom de industrialisatie van Nederland pas laat op gang kwam in de 19e eeuw.

Slide 14 - Open question

Wat is de sociale kwestie?
A
De armoede onder boeren in de 19e eeuw.
B
De wet kinderarbeid te verbieden.
C
De slechte levensomstandigheden van de arbeiders en het besef dat hier een oplossing voor moest komen
D
Wetten waarmee het leven van rijke mensen in de 19e eeuw beter zou moeten worden.

Slide 15 - Quiz

Koning Willem 1 had als Koning veel macht. Waaruit bleek dat?

Slide 16 - Open question

Uit welke twee landen bestond het Koninkrijk der Nederlanden in 1815 in Europa?

Slide 17 - Open question

In de 19e eeuw nam de urbanisatie toe. Wat betekent dat?

Slide 18 - Open question

Waarom veranderde er weinig door het Kinderwetje van Van Houten?
A
Kinderen van 12 jaar mochten werken.
B
De wet kwam niet door de Eerste Kamer
C
De wet werd niet aangenomen.
D
Er werd niet gecontroleerd

Slide 19 - Quiz

Communisten zijn socialisten die door revolutie de macht willen grijpen.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

In welk jaar kwam er algemeen kiesrecht?
A
1815
B
1848
C
1917
D
1919

Slide 21 - Quiz

Waarom kreeg premier Drees de bijnaam "vadertje Drees?"
Waarom kreeg premier Drees de bijnaam "vadertje Drees?"

Slide 22 - Open question