Examentraining Schrijven 2F, 6e bijeenkomst

Wat staat er op de planning?
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat staat er op de planning?

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Vandaag is de laatste bijeenkomst om in de klas te werken aan verslag 2 .

Herhaling:
  • Werkwoordspelling
  • Hun hebben.....?
  • Hoofdletters en leestekens
  • dubbelop en door elkaar
  • En natuurlijk nieuwe lesstof: TWIJFELWOORDEN

Slide 2 - Slide

Herhalen
Werkwoordspelling: Taalverzorging 2.1, 2.2 en 2.3

 alles door elkaar (3x)

Slide 3 - Slide

Heb ik daar mijn auto wel goed ......? (parkeren)

A
geparkeert
B
geparkeerd

Slide 4 - Quiz

Tegenwoordig ..... hij er vaak. (bidden)
A
bid
B
bidt

Slide 5 - Quiz

De aanblik van het ...... bos was droevig. (verwoesten)

A
verwoeste
B
verwoestte
C
verwoesten
D
verwoestten

Slide 6 - Quiz

Herhalen
Grammatica: Hun hebben..............(2x)

Slide 7 - Slide


Is het ZIJ of HUN?

....... gingen in een sneltreinvaart naar huis.
A
Zij
B
Hun

Slide 8 - Quiz

Is het ZIJ of HUN?

.... verkochten ..... auto via
www.ikwilvanmijnautoaf.nl
A
Hun ...hun
B
Zij ....zij
C
Hun ....zij
D
Zij ...hun

Slide 9 - Quiz

Extra aandacht voor
Hoofletters en leestekens

Slide 10 - Slide

In welke zin kloppen de leestekens niet? Dus welke zin is FOUT?
A
Ben je nog steeds zo moe?
B
Als je nu niet ophoudt, stuur ik je weg.
C
Hij moet rennen want, zijn bus komt eraan.
D
Neem je ook koffie, brood en melk mee?

Slide 11 - Quiz

Welke woorden uit de zin moeten met een hoofdletter?

op het techniek college worden veel lessen gegeven.

Slide 12 - Open question

Extra aandacht voor
Dubbelop en door elkaar

Slide 13 - Slide

Verbeter de zin:
Met water wordt voorkomen dat de aangespoelde walvis niet uitdroogt.

Slide 14 - Open question

Nieuwe theorie

Slide 15 - Slide

Bij het examen:
  • Spelling- corrector
  • Woordenboek


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Kennis
= KENNEN

Slide 21 - Slide

Wat je doet.
= Wat je KAN

Slide 22 - Slide

T
Een kip legt een ei.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Ik  wil

Hij/Zij wil

Jij wil/wilt
U wil/wilt

Wij willen

Slide 25 - Slide

Wat moet je VANDAAG doen?
Best veel opdrachten in de verkorte versie.
Kijk naar wat je nodig hebt!

Slide 26 - Slide

De opdracht VERSLAG 2
Vandaag de laaste bijeenkomstenin de les: Schrijf een VERSLAG met 
behulp van een 
schrijfplan.
Je hebt het materiaal
van je docent vorige les 
gekregen.





Slide 27 - Slide