1. stam vinden (-en van het hele werkwoord af halen)
2. stam eindigt op sisklank (-s, -ss, -ß, -x of -z)
--> bij du krijg je -t en geen -st
3. stam eindigt op -d of -t
--> een extra -e bij du, er/sie/es, ihr
4.in alle andere gevallen (fe)esttenten-regel