toets H6 en H7
1 / 17
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
het zwakke werkwoord feESTTENTEN
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
stam + en
stam + t
stam + e
stam + st
stam + t
stam + en
Slide 2 - Drag question
Du ..... nicht viel heute (reden)
Slide 3 - Open question
Er ..... nicht (antworten)
Slide 4 - Open question
Wir ..... in Berlin (wohnen)
Slide 5 - Open question
Das Mädchen ...... jeden Samstag (reiten)
Slide 6 - Open question
Ihr ...... die Ausstellung nicht schön? (finden)
Slide 7 - Open question
Der Mann..... die Katze heute viel (streicheln)
Slide 8 - Open question
Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord.
ik
jij
hij
zij
wij
jullie
het
u
zij
ich
ihr
er
es
wir
du
sie
Sie
sie
Slide 9 - Drag question
Vertaling voorzetsels vierde naamval (Präpositionen)
für
um
gegen
durch
ohne
bis
zonder
tot
door
voor
om
tegen
Slide 10 - Drag question
Hoe zeg je 'zonder mij'?
Slide 11 - Open question
Hoe zeg je 'tegen jullie'?
Slide 12 - Open question
Hoe zeg je 'voor jou'?
Slide 13 - Open question
Hoe zeg je 'om haar'?
Slide 14 - Open question
Hoe zeg je 'door hem'?
Slide 15 - Open question
Hoe zeg je 'voor haar'?
Slide 16 - Open question
Hoe zeg je 'door ons'?
