groep 8 thema 6 herhaling

thema 6 
samengestelde werkwoorden
dan of als
bedrijvende of lijdende zin
persoonlijke voornmaamwoorden
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

thema 6 
samengestelde werkwoorden
dan of als
bedrijvende of lijdende zin
persoonlijke voornmaamwoorden

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

mislopen
Oei, oei, oei! Dat...................

Slide 6 - Open question

overgooien
Ik ....... de bal.......

Slide 7 - Open question

overtuigen tt
Je .......... me om mee te doen.....

Slide 8 - Open question

ondergaan
De zon ......... ...........

Slide 9 - Open question

ondergaan
Hij ........... het geplaag .........

Slide 10 - Open question

Als of Dan?

Slide 11 - Slide

Vul in: Een titel is belangrijker..........een illustratie
A
als
B
dan

Slide 12 - Quiz

Vul in: Dit nieuwe boek is interessanter.........dat oude
A
dan
B
als

Slide 13 - Quiz

Vul in: Deze hoofdpersoon is mooier ...........de voorganger.
A
als
B
dan

Slide 14 - Quiz

Vul in: Een goede recensie is even veel waard......goede reclame
A
dan
B
als

Slide 15 - Quiz

Vul in: Ik hoop dat het net zo afloopt....de vorige keer.
A
als
B
dan

Slide 16 - Quiz

Hoe maak ik van een bedrijvende zin een lijdende zin?
De vrienden spelen het spelletje
PV = spelen
O = De vrienden
LV = het spelletje
- Het lijdend voorwerp van de bedrijvende zin wordt het onderwerp in de lijdende zin. 
- Het onderwerp van de bedrijvende zin komt achter door te staan in de lijdende zin. 
Je maakt van een bedrijvende zin een lijdende zin door van de persoonsvorm een voltooid deelwoord te maken en het hulpwerkwoord worden te gebruiken.

Slide 17 - Slide

De foto's worden door haar gekust.
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin

Slide 18 - Quiz

Word jij later docent aardrijkskunde?

A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin

Slide 19 - Quiz

Mijn etui is gestolen door die vervelende buurjongen!

A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin

Slide 20 - Quiz

Ze pakt het plakboek en de lijm.
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin

Slide 21 - Quiz

Door de tuin werd een pad aangelegd.

A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin

Slide 22 - Quiz

Hartjes worden door haar om de foto getekend.
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin

Slide 23 - Quiz

Op school wordt er door ons hard gewerkt.
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin

Slide 24 - Quiz

Het blaadje met jouw naam erop is door de docent weggegooid.

A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin

Slide 25 - Quiz

Ze bekijkt elke avond haar plakboek.
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin

Slide 26 - Quiz

Maak van de bedrijvende zin een lijdende zin:
Ann snijdt een appel doormidden.

Slide 27 - Open question

persoonlijk voornaamwoord

Slide 28 - Slide

Welk persoonlijk voornaamwoord moet hier staan?
Jan is ............beste vriend.
A
men
B
me
C
mijn
D
zijn

Slide 29 - Quiz

Welk persoonlijk voornaamwoord moet hier staan?
....hebben samen gespeeld.
A
hun
B
zij
C
jou
D
je

Slide 30 - Quiz

Welk persoonlijk voornaamwoord moet hier staan?
Hallo, is dat ............tas?
A
jouw
B
jou

Slide 31 - Quiz

klaar

Slide 32 - Slide